Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3947/97 van Johannes SWOBODA aan dee Raad. OESO-overeenkomst over de bestrijding van corruptie

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3947/97 van Johannes SWOBODA aan dee Raad. OESO-overeenkomst over de bestrijding van corruptie

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3947/97 van Johannes Swoboda (PSE) aan de Raad (15 december 1997)

Betreft: OESO-overeenkomst over de bestrijding van corruptie

De OESO heeft afspraken gemaakt over de bestrijding van corruptie. Deze hebben evenwel uitsluitend betrekking op omkoping van overheidsfunctionarissen.

In hoeverre zet de Europese Unie zich in voor een verdergaande en algehele morele veroordeling en gerechtelijke vervolging van corruptie en omkoping?

Antwoord (30 maart 1998)

De Raad heeft al een aantal maatregelen ter bestrijding van corruptie aangenomen, waaronder:

1. De Overeenkomst van 26 mei 1997 ter bestrijding van corruptie waarbij ambtenaren van de Europese Gemeenschappen of van de lidstaten van de Europese Unie betrokken zijn ((PB C 195 van 25.06.1997, blz.1. )).

2. De Overeenkomst van 26 juli 1995 aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen, en het daaraan gehechte protocol van 27 september 1996 dat specifiek over corruptie handelt ((PB C 316 van 27.11.1995, blz. 48 en PB C 313 van 23.10.1996, blz. 1. )).

3. De gemeenschappelijke standpunten van 6 oktober en 13 november 1997, beide betreffende de onderhandelingen in het kader van de Raad van Europa en de OESO over de bestrijding van corruptie ((PB L 279 van 31.10.1997, blz.1 en PB L 320 van 21.11.1997, blz. 1. )).

Voorts heeft het Luxemburgse voorzitterschap van de Raad een gemeenschappelijk optreden ter bestrijding van corruptie in de privé-sector voorgesteld. Dit voorstel, waarover het Europees Parlement advies heeft uitgebracht, wordt momenteel door de bevoegde werkgroep van de Raad behandeld opdat er de komende maanden goede voortgang mee kan worden gemaakt. Het Britse voorzitterschap hoopt er voor het eind van dit halfjaar overeenstemming over te bereiken.

In dit verband zij vermeld dat het Actieplan tegen georganiseerde criminaliteit, dat de Europese Raad van Amsterdam in juni 1997 heeft goedgekeurd, een specifieke aanbeveling (nr. 6) bevat voor de ontwikkeling van een alomvattend anticorruptiebeleid van de EU om de transparantie in het openbaar bestuur en het bedrijfsleven te vergroten en corrumperende praktijken van de zijde van de georganiseerde criminaliteit te voorkomen. Dit is ook het doel van de mededeling van de Commissie van 21 mei 1997 aan het Europees Parlement en de Raad over het beleid van de Unie ter bestrijding van corruptie.

De Raad zal de bestrijding van fraude en corruptie krachtdadig voortzetten.