Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 4146/97 van Marco CELLAI aan de Commissie. Herstructureringen en fusies in de Italiaanse bank- en verzekeringssector

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 4146/97 van Marco CELLAI aan de Commissie. Herstructureringen en fusies in de Italiaanse bank- en verzekeringssector

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-4146/97 van Marco Cellai (NI) aan de Commissie (21 januari 1998)

Betreft: Herstructureringen en fusies in de Italiaanse bank- en verzekeringssector

Zoals in vele Europese landen is ook in Italië een herstructurering van het hele verzekeringswezen gaande, die gepaard gaat met opkopingen en fusies om de verzekeringsmaatschappijen te versterken met het oog op de invoering van de euro en van de mondialisering van de economie, die door de euro ongetwijfeld nog zal worden versneld. Deze maatregelen zijn legitiem en noodzakelijk.

Helaas schijnen met name bepaalde maatschappijen in de autoverzekeringssector herstructureringsmaatregelen te nemen om een monopoliepositie te verwerven of een systeem van vaste inkomsten op te zetten door hun agenten te verplichten om alleen met de maatschappij waarvoor ze werken polissen af te sluiten, ook al weten zij dat andere marktdeelnemers gunstiger voorwaarden bieden.

Dat is wat bijvoorbeeld de Gruppo Fondiaria doet door middel van de fusie van zijn twee verzekeringsmaatschappijen "La Previdente¨ en "Milano Assicurazione¨; de Gruppo Fondiaria maakt deel uit van het financiële imperium rond Mediobanca, het middelpunt van het hele economisch-financiële systeem van Italië.

Zijn de recente fusies en de maatregelen die daarmee gepaard zijn gegaan, met name in het geval van de verzekeringsmaatschappijen "La Previdente¨ en "Milano Assicurazione¨, niet in strijd met de Europese mededingingsrichtlijnen en acht de Commissie het niet noodzakelijk het sociale aspect - het feit dat Mediobanca bijna een monopoliepositie inneemt - van de fusies en opkopingen in de bank- en verzekeringssector onder de loep te nemen met het oog op de bescherming van de werknemers in die bedrijfstak?

Antwoord van de heer Van Miert namens de Commissie (10 maart 1998)

De gegevens waarover de Commissie momenteel beschikt, bevatten geen aanwijzingen van een concurrentieverstoring tussen Europese beleggers in de zin van de artikelen 85 tot en met 94 van het EG-Verdrag, noch wat de sociale en economische gevolgen van de herstructurering van de Fondiaria-groep betreft, noch wat de omstandigheden betreft waarin deze herstructurering heeft plaatsgehad.

Wat overnames en fusies betreft, is de Commissie uitsluitend bevoegd om onderzoek in te stellen naar activiteiten die leiden tot concentraties van communautaire dimensie zoals bedoeld in artikel 1 van verordening (EEG) nr. 4064/89, gewijzigd bij verordening (EG) nr. 1310/97, betreffende de controle op concentraties van ondernemingen ((PB L 180 van 9.7.1997. )). Bij een onderzoek uit hoofde van deze verordening kan het voor de Commissie ook noodzakelijk zijn na te gaan of de concentratie gevolgen kan hebben voor de situatie van de werknemers in de betrokken ondernemingen, waardoor het werkgelegenheidspeil of de werkgelegenheidssituatie in de Gemeenschap of in een wezenlijk deel daarvan ongunstig wordt beïnvloed (arresten van het Gerecht van eerste aanleg van 27 april 1995, zaak T-96/92 (punt 28) en T-12/93 (punt 38), Jur. II-1216 en II-1250). Om te beoordelen of een concentratie al dan niet verenigbaar is met de gemeenschappelijke markt, moet echter in de eerste plaats worden vastgesteld of zij geen machtspositie in het leven roept of versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de gemeenschappelijke markt of een wezenlijk deel daarvan in aanzienlijke mate wordt belemmerd (artikel 2, lid 2, van verordening (EEG) nr. 4064/89).

Wat de rol van Mediobanca betreft, verwijst de Commissie het geachte Parlementslid naar de conclusies van het onderzoek van de Autorità garante della concorrenza e del mercato, die op 13 oktober 1997 in weekbericht 39 van deze instantie werden gepubliceerd.