SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 30/98 van John CORRIE aan dee Raad. Steunverlening van de EU aan Cyprus

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0030/98 van John Corrie (PPE) aan de Raad (28 januari 1998)

Betreft: Steunverlening van de EU aan Cyprus

Hoeveel geld is er de voorbije tien jaar van de EU naar Cyprus gevloeid? Hoeveel steun werd aan de Griekse zijde verleend en hoeveel aan de Turkse zijde? Welke projecten werden gesteund?

Antwoord (7 april 1998)

1. Voor de periode waarvoor de Geachte Afgevaardigde belangstelling heeft moet worden verwezen naar het tweede financieel protocol van 1984 dat liep tot 1988, het derde financieel protocol van 1990 dat liep tot 1994, en het vierde financieel protocol dat van kracht is sedert 1 januari 1996.

Het tweede financieel protocol voorzag in 28 miljoen ecu aan EIB-leningen, 6 miljoen ecu aan gesubsidieerde leningen en 10 miljoen ecu aan steun.

Het derde protocol voorzag in 44 miljoen ecu aan EIB-leningen, 5 miljoen ecu aan risicokapitaal en 13 miljoen ecu aan schenkingen.

Al deze bedragen zijn vastgelegd, met uitzondering van het gedeelte voor de Turks-Cypriotische gemeenschap. Als gevolg van problemen bij de formulering en de uitvoering van projecten voor de twee gemeenschappen konden de fondsen in kwestie niet worden besteed. De Gemeenschap erkent de autoriteiten van Noord-Cyprus niet en deze kunnen niet aanvaarden dat voor hen bestemde financieringsprojecten via de autoriteiten van de Republiek Cyprus lopen.

Wat de lijst van gesteunde projecten betreft, wordt de Geachte Afgevaardigde verzocht zich te wenden tot de Commissie. Zij is verantwoordelijk voor de uitvoering van deze programma's, zodat hij haar de gewenste informatie over de verdeling tussen de Turkse en de Griekse gemeenschap dient te vragen.

2. Het vierde financieel protocol, dat momenteel loopt, voorziet in financiële samenwerking met Cyprus voor een totaalbedrag van 74 miljoen ecu, dat als volgt is opgesplitst:

- 50 miljoen ecu uit de eigen middelen van de EIB voor projecten ten behoeve van de industrie en de verbetering van het milieu;

- 2 miljoen ecu uit de begrotingsmiddelen in de vorm van bijdragen voor de vorming van risicokapitaal (reeds vastgelegd ten behoeve van de ontwikkelingsbank van Cyprus);

- 22 miljoen ecu uit de begrotingsmiddelen in de vorm van schenkingen volgens de volgende verdeelsleutel:

- 12 miljoen ecu voor de financiering van studies of de ondersteuning van acties die bijdragen tot een beter inzicht in de situatie op het eiland. De besteding van dit bedrag veronderstelt dat de beide partijen bereid zijn om samen te werken;

- 5 miljoen ecu om de ontwikkeling van het gehele eiland te bevorderen (voorzover de Raad bekend is, zijn er nog voor geen enkel project middelen vastgelegd);

- 5 miljoen ecu voor projecten die als pretoetredingsprojecten kunnen worden beschouwd. Deze middelen zijn bedoeld om de Cypriotische regering voor te bereiden op de overname van het "acquis communautaire¨ door middel van technische steun op de volgende gebieden: vervoer, toerisme, statistiek, olie en oliederivaten; tevens strekken zij tot ondersteuning van de deelneming van Cyprus aan bepaalde communautaire programma's (Media II, LEONARDO, SOCRATES en Jeugd voor Europa) en willen zij bijdragen aan de verspreiding van de idee van Europese integratie, met name door middel van steunverlening aan het Europees Instituut op Cyprus.

De Geachte Afgevaardigde wordt verzocht zich eveneens tot de Commissie te wenden om te vernemen hoe het staat met de projecten waarvoor middelen zijn vastgelegd en hoe zij over de beide gemeenschappen van het eiland zijn verdeeld.

3. Voorts profiteert Cyprus nog van de zogeheten horizontale financiële samenwerking waartoe voor alle mediterrane partners in het kader van het vernieuwde Middellandse-Zeebeleid is besloten (met name regionale samenwerking, milieu, deelname aan de programma's MED, LIFE), alsmede van de ECIIP (European International Investment Partners). Cyprus behoort ook tot de begunstigden van de MEDA-verordening voor acties op het gebied van de regionale samenwerking (in hoofdzaak financiering van activiteiten van het proces van Barcelona).