SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 41/98 van Ulf HOLM aan de Commissie. Voorschriften voor de import van huisdieren
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 41/98 van Ulf HOLM aan de Commissie. Voorschriften voor de import van huisdieren
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 41/98 van Ulf HOLM aan de Commissie. Voorschriften voor de import van huisdieren
Publicatieblad Nr. C 304 van 02/10/1998 blz. 0021
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0041/98 van Ulf Holm (V) aan de Commissie (29 januari 1998)
Betreft: Voorschriften voor de import van huisdieren
Door de Zweedse toetreding tot de EU zijn enkele voorschriften inzake de import van huisdieren veranderd. Thans is een verklaring van een dierenarts in het land van export voldoende, en in sommige gevallen zijn een muilkorf en vaccinatie vereist. Het gevaar bestaat dat een besmet dier geen antistoffen heeft kunnen ontwikkelen waardoor de besmetting onopgemerkt blijft. De voorschriften die vroeger golden, boden via een quarantaine van zes maanden, meer mogelijkheden te voorkomen dat besmette dieren het land werden binnengebracht.
Thans bestaat er dus een groter gevaar dat de besmetting via geïmporteerde huisdieren wordt doorgegeven aan in het wild levende dieren en vervolgens weer aan huisdieren en aan de mens.
Hoe overweegt de Commissie dit probleem aan te pakken?
Is zij van mening dat bevredigend is onderzocht hoe gevoelig diverse soorten wild zijn voor besmettelijke ziekten?
Is zij van mening dat in de EU de bereidheid bestaat het hoofd te bieden aan een eventuele overdracht van besmettelijke ziekten van huisdieren naar wild?
Antwoord van de heer Fischler namens de Commissie (10 maart 1998)
Gezelschapsdieren die in Zweden worden binnengebracht, hoeven inderdaad niet meer in quarantaine in verband met rabies. In de Zweedse nationale voorschriften die in de plaats van de quarantaineregeling zijn gekomen, is bepaald dat de dieren moeten zijn gevaccineerd en ten minste vier maanden na de vaccinatie een bloedtest voor de opsporing van antilichamen moeten hebben ondergaan. Deze wachttijd na de vaccinatie garandeert dat bij het dier geen sprake is van incubatie van rabies en een negatieve bloedtest is een verdere garantie dat het dier geen rabies zal ontwikkelen.
De Commissie is zich ervan bewust dat ook andere besmettelijke ziekten dan rabies, zoals echnicoccosis, febris catarrhalis infectiosa canum en leishmaniasis, via huisdieren kunnen worden doorgegeven aan in het wild levende dieren. Te zijner tijd zal de Commissie in dit verband passende voorstellen doen.