SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 50/98 van Raimo ILASKIVI aan de Commissie. Ontwijkend antwoord op de vragen over de afmetingen van zitplaatsen voor luchtreizigers
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 50/98 van Raimo ILASKIVI aan de Commissie. Ontwijkend antwoord op de vragen over de afmetingen van zitplaatsen voor luchtreizigers
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 50/98 van Raimo ILASKIVI aan de Commissie. Ontwijkend antwoord op de vragen over de afmetingen van zitplaatsen voor luchtreizigers
Publicatieblad Nr. C 310 van 09/10/1998 blz. 0019
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0050/98 van Raimo Ilaskivi (PPE) aan de Commissie (29 januari 1998)
Betreft: Ontwijkend antwoord op de vragen over de afmetingen van zitplaatsen voor luchtreizigers
De heer Kinnock, lid van de Commissie, heeft een antwoord gegeven op mijn twee vragen (E-1118/97 ((PB C 367 van 4.12.1997, blz. 80. )) en E-3131/97 ((PB C 174 van 8.6.1998, blz. 20. )) over bovengenoemd onderwerp.
Ik vroeg, onder verwijzing naar o.a Amerikaans onderzoek, wat de Commissie voornemens was te doen om gezondheidsrisico's als gevolg van te krap bemeten stoelen te elimineren. Het is algemeen bekend dat deze misstand met name op chartervluchten voorkomt, maar ook op lijnvluchten van bepaalde luchtvaartmaatschappijen. De heer Kinnock spreekt in zijn antwoord alleen van het comfort en de veiligheid van de passagiers. Hij heeft het betreffende gezondheidsonderzoek naar o.a. het risico dat grote en dikke passagiers lopen om embolie te krijgen als gevolg van te krap bemeten stoelen kennelijk niet bestudeerd.
Ik vroeg welke resultaten de in het eerste antwoord van de heer Kinnock beloofde contacten met de luchtvaartmaatschappijen hadden opgeleverd. Uit het tweede antwoord van de heer Kinnock blijkt dat dergelijke contacten niet hebben plaatsgevonden, maar dat het een zaak is van de luchtreizigers om zelf hun luchtvaartmaatschappij te kiezen.
De samenvatting is duidelijk: ontwijkend. De antwoorden geven geen antwoord op de ingediende vragen, wat illustratief is voor de arrogante houding van de Commissie tegenover het parlementarisme. Het is ronduit tragikomisch dat de Commissie het humane vervoer van dieren zich zeer ter harte neemt, maar zich blijkens haar antwoorden niet interesseert voor het vervoer van mensen. Het vervoer van dieren wordt geregeld in richtlijn 91/628/EEG ((PB L 340 van 11.12.1991, blz. 17. )) en in richtlijn 95/29/EEG ((PB L 148 van 30.6.1995, blz. 52. )). Ik wil derhalve de voorzitter van de Commissie vragen hoe hij denkt te verzekeren dat namens de Commissie gegeven antwoorden ook echt antwoorden zijn op de betreffende vragen, en ik zou Commissaris Kinnock willen vragen of hij de vragen - alsook de antwoorden die namens hem worden geschreven - wat grondiger zou willen bestuderen of deze te preciseren.
Antwoord van de heer Kinnock namens de Commissie (27 maart 1998)
Zoals eerder vermeld in de antwoorden op schriftelijke vragen E-1118/97 en E-3131/97 van het geachte Parlementslid regelt de communautaire wetgeving, net als de luchtvaartwetgeving in andere delen van de wereld, de afstand tussen de stoelen in vliegtuigen alleen vanuit het oogpunt van de algemene veiligheid.
De Commissie is goed op de hoogte van studies en rapporten over "het economyclass-syndroom¨ en de nadelige gevolgen die sommige passagiers naar verluidt ondervinden van het feit dat ze te lang in een ongemakkelijke houding moeten zitten.
Het werkprogramma van de Commissie volgt echter welbepaalde prioriteiten, waarbij rekening gehouden wordt met het relatieve belang van een aantal uiteenlopende punten en met bepaalde beperkingen qua personeel en budget. Het opleggen van normen voor de afmetingen van en de afstand tussen zitplaatsen in een ander verband dan de algemene veiligheid behoort niet tot de prioriteiten en lijkt geen prioriteit te hebben in andere delen van de wereld. Het bepalen van de afmetingen van zitplaatsen blijft bijgevolg de verantwoordelijkheid van de luchtvaartondernemingen.
De Commissie geeft duidelijke, zakelijke antwoorden, waarbij zij rekening houdt met relevant authentiek onderzoek en binnen de bevoegdheid blijft waarover zij krachtens het EG-Verdrag beschikt. Zij respecteert unaniem en ondubbelzinnig het Parlement en de leden ervan. Zij kan evenwel niet altijd waarborgen dat de naar waarheid gegeven antwoorden alle vragenstellers persoonlijk of emotioneel bevredigen.