SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 162/98 van Anita POLLACK aan de Commissie. Gecombineerd fiets/treinvervoer

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0162/98 van Anita Pollack (PSE) aan de Commissie (2 februari 1998)

Betreft: Gecombineerd fiets/treinvervoer

Heeft de Commissie met het oog op het terugdringen van het particuliere autogebruik plannen om de spoorwegexploitanten ertoe te verplichten het meenemen van fietsen in de trein toe te staan en de bijbetaling hiervoor af te schaffen?

Antwoord van de heer Kinnock namens de Commissie (12 maart 1998)

Op grond van het subsidiariteitsbeginsel en omdat de Commissie de spoorwegondernemingen tot commercieel denken wil aansporen, heeft de Commissie momenteel geen plannen om het opleggen van eisen voor te stellen als het geachte Parlementslid voor ogen staan.

Zoals in het groenboek "Het 'citizen' s network'" ((COM(95) 601 def. )) is aangegeven, beoogt de Commissie de mensen aan te moedigen om bij het reizen vaker het openbaar vervoer te gebruiken, te fietsen of te lopen. Met het oog daarop is het nuttig het gebruik van fiets en trein gemakkelijker combineerbaar te maken, en zowel de mogelijkheid om de fiets in de trein mee te nemen als betere voorzieningen voor het stallen van de fiets in het station zijn in dat verband belangrijk.

Volgens de Commissie kan het meenemen van de fiets in de trein op twee manieren worden gestimuleerd. In de eerste plaats kan de overheid in de openbaredienstverplichtingen die zij aan ondernemers oplegt eisen opnemen inzake het stimuleren van deze formule. Overeenkomstig de algemene aanpak betreffende openbare diensten van de Gemeenschap dient de overheid in elke lidstaat zelf uit te maken welke diensten zij verricht wenst te zien. De eisen moeten welomlijnd zijn en de ondernemers moeten worden gecompenseerd indien het vervullen van de eisen nettokosten veroorzaakt.

In de tweede plaats wil de Commissie de spoorwegondernemingen aanmoedigen om fietsen mee te nemen omdat ze daar commercieel gezien vaak zelf belang bij hebben: er kan immers onder de fietsers veel vraag zijn naar de mogelijkheid om hun fiets in de trein mee te nemen. Door middel van haar beleid om het "citizen' s network¨ te bevorderen, beoogt de Commissie ertoe bij te dragen dat dergelijke regelingen algemener worden. Een specifiek voorbeeld is haar recente beslissing om steun te verlenen voor de planningfase van het door de Europese Wielrijdersbond gesponsorde internationale fietsroutesproject EuroVelo. Een van de voornaamste doelstellingen van dit project is om het wielertoerisme te bevorderen. Dit zou moeten leiden tot een toename van de vraag naar vervoer van de fiets per trein naar belangrijke punten op elke fietsroute, een factor waarmee specifiek rekening zal worden gehouden bij de planning van het netwerk.

Een Europese verplichting voor spoorwegondernemingen om fietsen mee te nemen zou hoge kosten meebrengen voor de ondernemingen indien het meenemen van fietsen vanwege het ontwerp van de treinen of het intense gebruik onuitvoerbaar zou zijn. Een verplichting om de fietsen gratis mee te vervoeren zoals het geachte Parlementslid voorstelt, kan de inkomsten van sommige ondernemers verminderen. Voor het verwezenlijken van de doelstellingen van het "citizen' s network¨ is het van vitaal belang om een zakelijke aanpak onder de spoorwegmaatschappijen te bevorderen; het zonder enige vorm van compensatie van buiten af opleggen van verplichtingen als hierboven genoemd, hoe wenselijk op zich ook, zou daar haaks op staan.

De Commissie leidt momenteel een samenwerkingsproject voor onderzoek naar de passagierstoegankelijkheid van zware railsystemen (COST 335) met het oog op de ontwikkeling van Europese normen voor het ontwerp en de exploitatie van treinen, stations en informatiediensten. Weliswaar staan in het project de behoeften van de mensen met beperkte mobiliteit centraal, maar veel van de constructiekenmerken die in dat kader worden bestudeerd, zullen waarschijnlijk ook nuttig zijn voor fietsers.