SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 485/98 van Richard HOWITT aan de Commissie. Continuïteit en verandering in de gebieden die voor steun in aanmerking komen in de verschillende programmaperioden van de structuurfondsen

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0485/98 van Richard Howitt (PSE) aan de Commissie (27 februari 1998)

Betreft: Continuïteit en verandering in de gebieden die voor steun in aanmerking komen in de verschillende programmaperioden van de structuurfondsen

Kan de Commissie een tabel met gegevens bezorgen waaruit blijkt in hoeverre er continuïteit is in het aantal gebieden en het percentage aan totale steunverlening in de gebieden die in aanmerking komen en in aanmerking blijven komen bij elke opeenvolgende hervorming van het structuurfonds voor het Europees regionaal ontwikkelingsfonds in 1988 en 1993? Kan de Commissie op grond van haar huidige ramingen de vooruitzichten voor dezelfde gegevens in de nieuwe programmaperiode 1999-2006 bekend maken? Welk studiewerk naar de voordelen van continuïteit van de ene periode tot de andere voor de voltooiing van structurele veranderingen heeft de Commissie ondernomen, in vergelijking met veranderingen in het recht op steun om beter aan de behoeften te kunnen beantwoorden? Wat zijn de Commissie haar eerste conclusies in dat verband?

Antwoord van mevrouw Wulf-Mathies namens de Commissie (27 maart 1998)

Voor nadere gegevens over de in aanmerking komende gebieden en de hoogte van de steun uit de structuurfondsen verwijst de Commissie naar regionale-ontwikkelingsstudie nr. 26, die rechtstreeks aan de geachte afgevaardigde en het Secretariaat van het Parlement wordt toegezonden, en met name naar de statistische bijlage waarin deze gegevens per lidstaat worden verstrekt. Voor de periode 2000-2006 kan de Commissie nog geen gegevens verschaffen. Hiervoor moet worden gewacht tot de Raad het nieuwe regelgevende kader voor de structuurfondsen heeft goedgekeurd, dat als basis zal dienen voor verdere besluiten betreffende in aanmerking komende gebieden en de corresponderende indicatieve financiële verdeling.

De Commissie is van oordeel dat bij de vaststelling van de voor steun uit de structuurfondsen in aanmerking komende gebieden de meeste aandacht moet uitgaan naar de gebieden die er het ergst aan toe zijn, ten einde overeenkomstig artikel 130a van het EG-Verdrag de verschillen te verkleinen.

Met betrekking tot doelstelling 2 voorzien de huidige verordeningen in twee programmeringsperiodes van 3 jaar. De lijst van voor doelstelling 2 in aanmerking komende gebieden is in de loop van de twee periodes evenwel nauwelijks gewijzigd ingevolge een besluit dat de Commissie met het oog op continuïteit heeft genomen in nauw overleg met de lidstaten. De Commissie zal in haar voorstellen met betrekking tot de duur van de programm's in de volgende periode met deze ervaring rekening houden.