Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 906/98 van Daniel VARELA SUANZES- CARPEGNA aan de Commissie. Vangsten van zwaardvis in de Atlantische Oceaan door schepen die onder een goedkope vlag varen

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 906/98 van Daniel VARELA SUANZES- CARPEGNA aan de Commissie. Vangsten van zwaardvis in de Atlantische Oceaan door schepen die onder een goedkope vlag varen

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 906/98 van Daniel VARELA SUANZES- CARPEGNA aan de Commissie. Vangsten van zwaardvis in de Atlantische Oceaan door schepen die onder een goedkope vlag varen

Publicatieblad Nr. C 354 van 19/11/1998 blz. 0038


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0906/98 van Daniel Varela Suanzes-Carpegna (PPE)aan de Commissie (26 maart 1998)

Betreft: Vangsten van zwaardvis in de Atlantische Oceaan door schepen die onder een goedkope vlag varen

De verontrustende toename van de ongeoorloofde en ongecontroleerde vangsten van zwaardvis, met name ten zuiden van 5° noorderbreedte, door vloten die onder een goedkope vlag varen of vloten van derde landen die geen ICCAT-quotum hebben verkregen, maakt een dringende interventie van de Commissie noodzakelijk, teneinde een halt toe te roepen aan de onomkeerbare slinking van de voorraden en de serieuze distorsie die aan het ontstaan is op de communautaire markten, waar deze vangsten worden afgezet, en aan de daaruit voortvloeiende duidelijke concurrentievervalsing waarvan de communautaire vloot, die in dezelfde zone vist maar de ICCAT-maatregelen en aanbevelingen strikt naleeft, het slachtoffer is.

Is de Commissie zich bewust van de ernst van de situatie?

Welke maatregelen is de Commissie van plan te treffen om de ernstige gevolgen van deze praktijken te verhelpen?

Is de Commissie bereid de ICCAT maatregelen en commerciële sancties voor te stellen tegen de ongecontroleerde vangsten van zwaardvis in de zone in kwestie, door derde landen en schepen die onder een goedkope vlag varen?

Antwoord van mevrouw Bonino namens de Commissie (21 april 1998)

De Commissie is zich ten volle bewust van de ernst van het aan de orde gestelde probleem, waarover in de Internationale Commissie voor de Instandhouding van Tonijnachtigen in de Atlantische Oceaan (ICCAT) belangrijke besprekingen hebben plaatsgevonden en belangrijke besluiten zijn genomen. Sedert de toetreding van de Gemeenschap tot de ICCAT in november 1997 vertegenwoordigt de Commissie de Gemeenschap in deze organisatie en neemt zij actief aan deze besprekingen deel.

De Raad heeft, in overeenstemming met de aanbevelingen van de ICCAT, Verordening (EG) nr. 65/98 van 19 december 1997 ((PB L 12 van 19.1.1998. )) vastgesteld die voorziet in een beperking van de zwaardvisvangsten in het noordelijke deel van de Atlantische Oceaan. Voorts wordt ook gewerkt aan de omzetting van de jaarlijks toegestane vangst (TAC) van zwaardvis in het zuidelijke deel van de Atlantische Oceaan in een wettelijke regeling, zoals eveneens door de ICCAT is aanbevolen.

Wat de eventuele vaststelling betreft van handelssancties tegen landen waarvan de vaartuigen onder een goedkope vlag varen, is de Commissie zich ervan bewust dat het door de ICCAT aangenomen actieprogramma voor zwaardvis voorziet in de mogelijkheid om dergelijke sancties te treffen. De Commissie zal te zijner tijd haar standpunt hierover kunnen bepalen, op grond van de informatie die in de komende jaarlijkse vergadering (van 16 tot en met 23 november 1998) zal worden meegedeeld. Er dient in elk geval op te worden gewezen dat de ICCAT reeds handelssancties tegen bepaalde derde landen heeft aanbevolen in verband met de visserij op blauwvintonijn. Voorstellen voor maatregelen betreffende Honduras en Belize zijn reeds door de Commissie aangenomen ((COM(98) 48 def. )) en voor goedkeuring bij de Raad ingediend.