Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1266/98 van Ernesto CACCAVALE aan de Commissie. Wettelijke verwarring rond de teelt van vezelhennep

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1266/98 van Ernesto CACCAVALE aan de Commissie. Wettelijke verwarring rond de teelt van vezelhennep

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1266/98 van Ernesto CACCAVALE aan de Commissie. Wettelijke verwarring rond de teelt van vezelhennep

Publicatieblad Nr. C 031 van 05/02/1999 blz. 0030


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1266/98

van Ernesto Caccavale (UPE) aan de Commissie

(29 april 1998)

Betreft: Wettelijke verwarring rond de teelt van vezelhennep

De Italiaanse wetgeving ter bestrijding van het drugsgebruik verbiedt de teelt van cannabis indica (T.U. 309/1990).

Volgens vooraanstaande toxicologen varieert het gehalte aan tetrahydrocannabinol (THC) van de Indische hennepplant tussen de 3,4 en 4,8 % en het is algemeen bekend dat het THC-gehalte van een en hetzelfde ras sterk varieert naar gelang van klimaat en weersomstandigheden.

Daar de verschillende rassen morfologisch en botanisch onmogelijk te onderscheiden zijn, heeft het Italiaanse Hof van Cassatie bij ontstentenis van een specifieke regeling als richtsnoer vastgesteld dat hennep met een THC-gehalte van meer dan 0,3 % strafrechtelijk gezien als cannabis indica wordt beschouwd.

Waarbij het Hof zich baseert op de EEG-verordening die de toekenning van communautaire steun voor de teelt van vezelhennep afhankelijk stelt van de voorwaarde dat het zaad gegarandeerd behoort tot een van de vezelrassen die worden opgesomd in de bijlage van verordening (EEG) 1164/89(1) en een THC-gehalte heeft van gemiddeld niet meer dan 0,3 %.

Daar dit richtsnoer van het Italiaanse Hof van Cassatie er geen rekening mee houdt dat Italiaanse vezelhennep in bijzondere klimaat- en weersomstandigheden wel 1 % THC kan bevatten, heeft de uitvoering ervan door de politie er in feite toe geleid dat de teelt is stopgezet, het grootste deel van de Italiaanse rassen verloren is gegaan en de hele bedrijfstak van hennep en aanverwante technieken is vernietigd, wat de economie en het milieu ernstige schade heeft berokkend.

Er wordt unaniem van uitgegaan dat herinvoering van de vezelhennep in Italië, met name van de traditionele Italiaanse rassen, van vitaal belang is voor de milieubescherming en de economie van grote delen van ons land.

Kan de Commissie gezien het bovenstaande mededelen welke stappen volgens haar gezet moeten worden om een eind te maken aan dit onterechte beroep op de Gemeenschapswetgeving, waarmee de teelt van gewassen die gegarandeerd ontstaan zijn uit zaad van traditionele Italiaanse vezelrassen onder het strafrecht is gebracht?

Antwoord van de heer Fischler namens de Commissie

(5 juni 1998)

De Gemeenschapsvoorschriften inzake steunverleningsvoorwaarden zijn strikt in meer dan één opzicht.

Op grond van deze voorschriften mag inderdaad alleen steun worden verleend voor gecertificeerd zaad van rassen met een gehalte aan tetrahydrocannabinol (THC) van hoogstens 0,3 %. Daartoe is een communautaire lijst van rassen vastgesteld die aan dit voorschrift voldoen en waarvan het THC-gehalte met een communautaire methode via chemische weg kan worden bepaald. Momenteel omvat de lijst 18 rassen, waaronder de Italiaanse rassen "Carmagnola", "CS" en "Fibranova". Bovendien moeten ook de officiële etiketten van het gebruikte zaaizaad worden overgelegd en moet de hennep na de zaadvorming worden geoogst.

In het verleden heeft de Commissie te kennen gegeven dat een nationaal verbod op de hennepteelt niet verenigbaar met de betrokken gemeenschappelijke marktordening was. Toch mag een lidstaat de op strafrechtelijk gebied noodzakelijk geachte maatregelen treffen, voor zover deze de teelt niet onmogelijk maken.

Volgens de jongste gegevens waarover de Commissie beschikt, is het met hennep ingezaaide areaal in Italië zeer gering: 3 hectare in 1994, 20 hectare in 1995 en 10 hectare 1996.

(1) PB L 121 van 29.4.1989, blz. 4.