Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1360/98 van Maartje van PUTTEN aan dee Raad. Toediening van kalmeringsmiddelen aan dieren in Britse dierentuinen

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1360/98 van Maartje van PUTTEN aan dee Raad. Toediening van kalmeringsmiddelen aan dieren in Britse dierentuinen

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1360/98 van Maartje van PUTTEN aan dee Raad. Toediening van kalmeringsmiddelen aan dieren in Britse dierentuinen

Publicatieblad Nr. C 323 van 21/10/1998 blz. 0128


SCHRIFTELIJKE VRAAG P-1360/98 van Maartje van Putten (PSE) aan de Raad (27 april 1998)

Betreft: Toediening van kalmeringsmiddelen aan dieren in Britse dierentuinen

1. Is de Raad op de hoogte van recente berichten in de (Nederlandse) media dat in Groot-Brittannië in dierentuinen kalmeringsmiddelen, zoals Prozac en Valium aan dieren worden toegediend ter bestrijding van stress en zwaarmoedigheidsverschijnselen; dit terwijl onderzoek heeft uitgewezen dat inadequate levensomstandigheden die dieren belemmeren in hun natuurlijk gedrag, stress bij dieren kan veroorzaken en dat het toedienen van kalmeringsmiddelen daarom gezien moet worden als een vorm van symptoombestrijding?

2. Is de Raad bereid te onderzoeken of deze berichten juist zijn en indien de berichten juist blijken te zijn, hoe denkt de Raad dit soort uitwassen in het bijzonder te voorkomen en het dierenwelzijn in Europese dierentuinen in het algemeen te garanderen in het kader van de voorgestelde aanbeveling van de Raad betreffende het houden van wilde dieren in dierentuinen, welke door het Parlement is geamendeerd door de aanbeveling in een richtlijn te veranderen en waarbij het Parlement in het bijzonder belang hecht aan de richtsnoeren voor huisvesting en verzorging van dieren in dierentuinen, zoals die in de bijlage van het voorstel zijn opgenomen en welke mede door EAZA (European Association for Zoos and Aquaria) worden ondersteund?

Antwoord (13/14 juli 1998)

1. De Raad is niet op de hoogte van de door het geachte Parlementslid genoemde omstandigheden.

2. Wat betreft het door het geachte Parlementslid genoemde voorstel wijst de Raad haar erop dat hij op 17 juni 1998 overeenstemming heeft bereikt over een gemeenschappelijk standpunt met het oog op de aanneming van een richtlijn betreffende het houden van wilde dieren in dierentuinen. In deze tekst, waarover het Europees Parlement zich nog moet uitspreken, is rekening gehouden met het advies van het Parlement van 29 januari 1998.