SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1422/98 van José GARCÍA-MARGALLO Y MARFIL aan de Commissie. Euro 1999
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1422/98 van José GARCÍA-MARGALLO Y MARFIL aan de Commissie. Euro 1999
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1422/98 van José GARCÍA-MARGALLO Y MARFIL aan de Commissie. Euro 1999
Publicatieblad Nr. C 402 van 22/12/1998 blz. 0131
SCHRIFTELIJKE VRAAG P-1422/98
van José García-Margallo y Marfil (PPE) aan de Commissie
(29 april 1998)
Betreft: Euro 1999
Verordening (EG) 1103/97 van de Raad(1) en het ontwerp van een verordening over de invoering van de euro, dat als bijlage is opgenomen bij de resolutie van de Raad van 7 juli 1997 (2), lijken erop te wijzen dat de mogelijkheid voor de banken om commissies te innen op de omzetting van betalingen op rekeningen of voor de omzetting van rekeningen aan het einde van de overgangsperiode zal worden beperkt.
Is de Commissie voornemens een rechtsnorm vast te stellen om ervoor te zorgen dat deze beginselen worden nageleefd?
Antwoord van de heer de Silguy namens de Commissie
(3 juni 1998)
In de twee verordeningen van de Raad tot vaststelling van het juridisch kader voor het gebruik van de euro wordt de kwestie van de bankkosten voor omrekening in euro niet uitdrukkelijk behandeld. De Commissie heeft in haar jongste mededeling over de praktische aspecten van de invoering van de euro(3) verklaard dat het volgens haar onwettig zou zijn kosten aan te rekenen voor omrekeningen die op grond van de euro-verordeningen verplicht zijn. Dit omvat de omrekening, tijdens de overgangsperiode, van inkomende betalingen van de nationale munteenheid in de euro-eenheid en omgekeerd, en de omrekening van bankrekeningen van de nationale munteenheid in de euro-eenheid na afloop van de overgangsperiode. Deze juridische interpretatie bevestigt het standpunt van het geachte parlementslid.
De Commissie heeft de kwestie van de bankkosten voor de omrekening in euro met de hulp van een deskundigengroep bestudeerd, en acht het op dit ogenblik niet nodig het beginsel via wetgeving vast te stellen. Uit het onderzoek van de deskundigen groep blijkt dat de grote meerderheid van de banken zelfs bij het uitblijven van wetgevende maatregelen niet zinnens is kosten voor verplichte omrekeningen aan te rekenen. Op 23 april 1998 heeft de Commissie een aanbeveling aangenomen(4) waarin een norm voor een goede praktijk betreffende de bankkosten voor omrekening in de euro wordt vastgelegd. Die norm omvat zowel de praktijken die de Commissie op grond van de euro-verordeningen wettelijk verplicht acht als andere aanbevolen praktijken die de banken volgens de Commissie zouden moeten toepassen om de vlotte invoering van de euro te vergemakkelijken. In verband met betalingen en de omzetting van bankrekeningen beveelt de Commissie aan dat inkomende en uitgaande betalingen tijdens de overgangsperiode zonder kosten worden omgerekend en dat bankrekeningen tijdens de overgangsperiode en na afloop daarvan zonder kosten in de euro-eenheid worden omgezet.
(1) PB L 162 van 19.6.1997, blz. 1.
(2) PB C 236 van 2.8.1997, blz. 7.
(3) COM(98) 61 def.
(4) COM(98) 961 def.