Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1459/98 van Roberta ANGELILLI aan de Commissie. Bescherming van de gezondheid op de werkplek ten behoeve van de gemeentepolitie

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1459/98 van Roberta ANGELILLI aan de Commissie. Bescherming van de gezondheid op de werkplek ten behoeve van de gemeentepolitie

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1459/98 van Roberta ANGELILLI aan de Commissie. Bescherming van de gezondheid op de werkplek ten behoeve van de gemeentepolitie

Publicatieblad Nr. C 050 van 22/02/1999 blz. 0037


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1459/98

van Roberta Angelilli (NI) aan de Commissie

(13 mei 1998)

Betreft: Bescherming van de gezondheid op de werkplek ten behoeve van de gemeentepolitie

Diverse onderzoeken tonen aan dat de gezondheid van de agenten van de gemeentepolitie in verschillende Italiaanse steden gevaar loopt, aangezien zij blootgesteld worden aan een hoge mate van luchtvervuiling en geluidshinder.

Het Nationaal Toxicologisch Instituut heeft bijvoorbeeld vastgesteld dat op 1.000 gevallen van leukemie die in Italië vastgesteld worden, 3 à 50 gevallen te wijten zijn aan hoge benzeengehaltes.

Wat de geluidshinder betreft, blijkt uit een onderzoek dat door milieuorganisaties in Rome is verricht dat meer dan 70 % van de gemeten geluidshinder het in de geldende voorschriften vastgestelde maximumniveau overschrijdt. Dezelfde alarmerende berichten zijn niet alleen uit Rome afkomstig, maar ook uit vele andere Italiaanse steden, zoals Arezzo, Bologna, Florence, en in al deze gevallen blijkt het niveau van de luchtvervuiling en de geluidshinder zeer hoog te zijn.

Volgens berichten in de lokale pers zou de Commissie voorstellen aan het uitwerken zijn voor nieuwe beperkingen voor bepaalde giftige stoffen die zich in uitlaatgassen bevinden.

Op grond van deze berichten en van richtlijn 90/394/EEG(1) wil ik de volgende vragen stellen:

1. Zijn de in de Italiaanse pers verschenen berichten waar en, zo ja, welke richtsnoeren denkt de Commissie te geven?

2. Bestaan er specifieke richtlijnen inzake de bescherming van de gezondheid op de werkplek, en met name in verband met het gesignaleerde geval?

3. Zijn er officiële studies uitgevoerd over de gezondheidsrisico's die de agenten van de gemeentepolitie in Europa lopen?

4. Wat denkt de Commissie in het algemeen over deze kwestie?

Antwoord van de heer Flynn namens de Commissie

(23 juli 1998)

De Commissie is niet op de hoogte van de berichten waarop de geachte afgevaardigde doelt. Op communautair niveau wordt verder gewerkt aan de toxiciteitsaspecten van de verontreinigende stoffen in uitlaatgassen en de geluidshinder in steden. Met name kaderrichtlijn 96/62/EG van de Raad van 27 september 1996 inzake de beoordeling en het beheer van de luchtkwaliteit(2) biedt een communautair kader voor nationale, regionale en plaatselijke maatregelen om de luchtkwaliteit te verbeteren waar dat nodig is, en in stand te houden waar zij nog goed is. In bijzondere richtlijnen zullen grenswaarden en alarmdrempels voor diverse verontreinigende stoffen worden vastgesteld. Een eerste richtlijn met grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofoxiden, vaste deeltjes en lood in de lucht is bij de Raad in behandeling.

Richtlijn 97/42/EG van de Raad van 27 juni 1997 tot eerste wijziging van Richtlijn 90/394/EEG betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico's van blootstelling aan carcinogene agentia op het werk (zesde individuele richtlijn in de zin van artikel 16 bis, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG)(3) stelt een grenswaarde voor beroepsmatige blootstelling aan benzeen vast. Volgens artikel 2 van deze richtlijn moeten de lidstaten uiterlijk 27 juni 2000 daaraan voldoen.

Wat de beroepsmatige blootstelling aan lawaai betreft, is Richtlijn 86/188/EEG van de Raad van 12 mei 1986 betreffende de bescherming van werknemers tegen de risico's van blootstelling aan lawaai op het werk(4) van toepassing op alle werknemers, met uitzondering van werknemers in de zeescheepvaart en de luchtvaart. Het was de bedoeling de werkingssfeer van deze richtlijn door middel van het momenteel bij de Raad liggende voorstel voor een richtlijn inzake fysische agentia uit te breiden tot alle categorieën werknemers die vallen onder Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk(5). De laatste tijd is dit voorstel echter niet in de Raad aan de orde geweest. Bovendien geldt Richtlijn 89/391/EEG niet wanneer bijzondere aspecten die inherent zijn aan bepaalde activiteiten in het kader van de bevolkingsbescherming, in strijd zijn met artikel 2, lid 2.

De Commissie is niet op de hoogte van officiële onderzoeken naar de gezondheidsrisico's die politieagenten lopen, noch heeft zij dergelijk onderzoek laten uitvoeren. Een onderzoek in het kader van het programma "Europa tegen kanker" betreffende de beroepsmatige blootstelling aan kankerverwekkende stoffen ("Estimation of the burden of occupational cancer in Europe") bood interessante gegevens over de beroepsmatige blootstelling aan benzeen, maar daarin wordt niet naar specifieke categorieën werknemers verwezen.

(1) PB L 196 van 26.7.1990, blz. 1.

(2) PB L 296 van 21.11.1996.

(3) PB L 179 van 8.7.1997.

(4) PB L 137 van 24.5.1986.

(5) PB L 183 van 29.6.1989.