Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1492/98 van Hiltrud BREYER aan de Commissie. Mochovce

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1492/98 van Hiltrud BREYER aan de Commissie. Mochovce

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1492/98 van Hiltrud BREYER aan de Commissie. Mochovce

Publicatieblad Nr. C 354 van 19/11/1998 blz. 0103


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1492/98 van Hiltrud Breyer (V) aan de Commissie (13 mei 1998)

Betreft: Mochovce

Is het de Commissie bekend dat de reactorblokken van de kerncentrale Mochovce zijn gebaseerd op oude Sovjetrussische technologie uit de jaren '70, zonder containment, en dat de centrale bovendien als langdurig bouwproject met onderbrekingen van verscheidene jaren op een plaats is gebouwd waarvan de ongeschiktheid in seismisch en tektonisch opzicht is bewezen, en dat daardoor bij de centrale ook nog eens rekening moet worden gehouden met een reeks onvoorspelbare risicofactoren?

Gecombineerd Antwoord van de heer Van den Broek namens de Commissie op de schritftelijke vragen P-1465/98, E-1487/98, E-1488/98, E-1489/98, E-1490/98, E-1491/98, E-1492/98, E-1493/98 en E-1494/98 (5 juni 1998)

De technische aspecten van de nucleaire veiligheid van het Programma voor modernisering van de kerncentrale van Mochovce zijn onderzocht in 1994 naar aanleiding van de aanvraag voor een lening Euratom - Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO) door de onafhankelijke adviseur Riskaudit, een gemeenschappelijke onderneming van de in dit soort veiligheid gespecialiseerde instellingen, de Gesellschaft für Reaktorsicherheit (GRS) uit Duitsland en het Institut de protection et de sûreté nucléaire (IPSN) uit Frankrijk.

Het onderzoek door Riskaudit gaf als resultaat de verzekering dat, mits de aanbevelingen correct en volledig ten uitvoer zouden worden gelegd, de bouw, het beheer en de werking van de centrale van Mochovce in overeenstemming zouden zijn met de veiligheidsnormen en praktijken die in Duitsland en Frankrijk gelden.

Het verslag van Riskaudit kwam tot de slotsom dat "gezien de bestaande toestand te Mochovce en de tenuitvoerlegging van de voorgestelde maatregelen (...) de conclusie kan worden getrokken dat, mits op juiste en volledige wijze rekening wordt gehouden met de aanbevelingen van IPSN-GRS, de bouw, het beheer en de werking van de installatie in overeenstemming zijn met (...) de vereisten inzake veiligheid en de praktijken zoals deze in het westen gelden¨.

De Commissie is volledig op de hoogte van de reacties van de regering van Oostenrijk in 1994 betreffende de voltooiing van de kerncentrale van Mochovce. Deze reacties hadden voornamelijk betrekking op het veiligheidsonderzoek dat door Riskaudit was ingesteld. De Oostenrijkse reacties werden toen door Riskaudit geanalyseerd, terwijl er rekening mee werd gehouden in het bestek van de voorgestelde Euratom-EBWO-lening. Na zorgvuldige analyse was de conclusie dat er bij de moderniseringsprojecten van 1994 geen ernstige veiligheidsrisico's overbleven indien men bij de kerncentrale met alle gedane aanbevelingen rekening zou houden.

Ten einde de capaciteit van de mantel ['confinement'] (de "bubble-condensor¨) van reactoren van de soort VVER 440-213 te analyseren, wordt thans met geld van de Gemeenschap in het kader van het Programma Phare een project ten uitvoer gelegd, gericht op kwalificatie door middel van een combinatie van proefnemingen en analyse van de bubble-condensors voor deze soort reactor. De resultaten van dit project zullen worden voorgelegd aan de overeenkomstige autoriteiten voor kernveiligheid die ter zijde zullen worden gestaan door de organisaties voor technische veiligheid van de Gemeenschap (eveneens in het kader van bijstand van Phare) ten einde deze te kunnen beoordelen.

Aangezien de Slowaakse Republiek de aanvraag voor de lening niet heeft doorgezet, is de Commissie sedertdien slechts in mindere mate bij dit project betrokken. Er bestaat thans een project in het bestek van het Programma Phare inzake met het afgeven van vergunningen verband houdende beoordelingen over ontwerp en werkingsveiligheid voor de kerncentrale van Mochovce.

De Commissie heeft in de toetredingsonderhandelingen de eis opgenomen dat de onafhankelijkheid en competentie van de Slowaakse kernveiligheidsregelaar beschermd en verruimd zou moeten worden. De Commissie zal deze aangelegenheid nauwlettend volgen ten einde de niveaus van nucleaire veiligheid in het land te helpen verbeteren.

Bij het opstellen van het dossier ten behoeve van het verkrijgen van een Euratom- en BERD-lening in 1994/1995 zijn de technische aspecten van de milieubescherming onderzocht door de onafhankelijke adviseur Atomic energy authority (AEA) Technology. Diens conclusie was dat de aanpak met betrekking tot de aspecten van de stralingsbescherming overeenstemde met de internationale normen en dat de dosis voor de bevolking bij een normale werking, alsmede in geval van het referentieongeval geen overschrijding inhouden van de criteria die in andere Europese landen worden toegepast.

Met betrekking tot Bohunice A1, heeft de Commissie een project bekostigd voor onder meer werkzaamheden met het oog op een veilige stillegging van de centrale, zoals een planningsinstrument om de radiologische veiligheid bij het stilleggen van reactor A1 te verbeteren, alsook voor studies om de verschillende opties voor een veilige afvoer van radioactief afval te evalueren.

Het Toetredingspartnerschap omvat allereerst een versterking van de autoriteit voor nucleaire veiligheid en de tenuitvoerlegging door Slowakije van een verreikend energiebeleid op lange termijn dat berust op efficiëntie en diversificatie en dat overeenstemming met en tenuitvoerlegging van de energiewetgeving van de Gemeenschap behelst, de voltooiing van de kerncentrale van Mochovce overeenkomstig internationaal aanvaarde veiligheidsnormen en de uitvoering van een realistisch programma voor de sluiting van de centrale van Bohunice. Op de tenuitvoerlegging van het Toetredingspartnerschap zal nauwlettend worden toegezien.