Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1718/98 van Gerhard HAGER aan de Commissie. Omroepbijdragen voor de ORF

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1718/98 van Gerhard HAGER aan de Commissie. Omroepbijdragen voor de ORF

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1718/98 van Gerhard HAGER aan de Commissie. Omroepbijdragen voor de ORF

Publicatieblad Nr. C 402 van 22/12/1998 blz. 0155


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1718/98

van Gerhard Hager (NI) aan de Commissie

(29 mei 1998)

Betreft: Omroepbijdragen voor de ORF

In Oostenrijk is recentelijk actie gevoerd tegen "zwartkijkers", dat wil zeggen personen die in hun huishouden een televisietoestel hebben waarvoor geen vergunning is verleend.

Volgens het Oostenrijkse recht zijn alle huishoudens waar een gebruiksklaar televisietoestel staat verplicht om een vergunning aan te vragen voor het ontvangen van televisie- en radioprogramma's, en voor de gehele duur daarvan een omroepbijdrage te voldoen. Bij niet nakomen van deze verplichting wordt een administratieve boete opgelegd.

De omroepbijdrage dient overeenkomstig artikel 29 van de Bondswet inzake de taken en oprichting van de Oostenrijkse radio- en televisieomroep, ongeacht de frequentie of de kwaliteit van de uitzendingen of de ontvangst daarvan, te worden voldaan.

Nu zijn er gebieden in Oostenrijk waar het niet mogelijk is de uitzendingen van de ORF te ontvangen. Als de Oostenrijkers waar het hier om gaat, programma's van andere omroepen willen ontvangen door middel van een paraboolontvanger, zijn ze volgens Oostenrijks recht desondanks verplicht de omroepbijdrage te voldoen.

Acht de Commissie deze regeling rechtmatig en in overeenstemming met de EU-mededingingsregels?

Antwoord van de heer Van Miert namens de Commissie

(24 juni 1998)

Het "Protocol betreffende het publieke-omroepstelsel in de lidstaten", dat krachtens een in Amsterdam genomen besluit aan het EG-Verdrag is gehecht, bevestigt dat de lidstaten bevoegd zijn om de publieke opdracht van de omroeporganisaties te bepalen en de financiering ervan te organiseren. Het behoort derhalve niet tot de bevoegdheden van de Commissie de nationale bepalingen inzake de inning van omroepbijdragen te beoordelen.

De in het EG-Verdrag vervatte mededingingsregels hebben tot doel te waarborgen dat de ondernemingen in de Gemeenschap op een eerlijke manier met elkaar kunnen concurreren en zijn in beginsel slechts van toepassing indien de handel binnen de Gemeenschap daadwerkelijk of potentieel wordt beïnvloed. Ten aanzien van gevallen waarin er mogelijkerwijs sprake is van discriminatie van personen in het kader van de nationale belastingwetgeving of vergunningsregelingen, zijn de mededingingsregels evenwel niet van toepassing.