Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2106/98 van Amedeo AMADEO aan de Commissie. Overtreding EU-regels

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2106/98 van Amedeo AMADEO aan de Commissie. Overtreding EU-regels

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2106/98 van Amedeo AMADEO aan de Commissie. Overtreding EU-regels

Publicatieblad Nr. C 050 van 22/02/1999 blz. 0128


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2106/98

van Amedeo Amadeo (NI) aan de Commissie

(10 juli 1998)

Betreft: Overtreding EU-regels

Wind-Enel is als eerste uit de bus gekomen bij de aanbesteding voor een derde mobiele telefonie-aanbieder, waarbij als concurrenten Pcenne en Telon in de slag waren.

Wind, een Italiaans-Frans-Duitse gigant is november vorig jaar opgericht op initiatief van Enel (51 %), Deutsche Telekom (24,5 %) en France Telecom (24,5 %). Wind heeft meer dan 8 miljoen klanten en een omzet van 10.000 miljard lire.

De aankondiging door de gedelegeerde van Enel, dr. Tató, over uitbreiding van het kapitaal van Wind van 600 naar 2.500 miljard lire, wekt verbazing over de procedures die de Italiaanse energiemonopolist Enel volgt. Tot dusver is beweerd dat Enel er geen geld in zou hebben gestoken, maar alleen de infrastructuur heeft geleverd. Om aan zijn quotum van 51 % vast te kunnen houden, moet Enel nu echter ongeveer 1.000 miljard lire dokken. Dat kan moeilijk enkel en alleen gaan om infrastructurele voorzieningen. Het gevaar bestaat dat Enel de winst die wordt gemaakt met het energiemonopolie, gebruikt om andere zaken mee te financieren, wat duidelijk in strijd is met de nationale regels en met communautaire richtlijnen.

Is de Commissie op de hoogte van deze manoeuvre en wat denkt zij hieraan te doen?

Antwoord van de heer Van Miert namens de Commissie

(16 september 1998)

De Commissie is op de hoogte van de investeringen van de vennootschap ENEL in het consortium WIND. Deze investeringen liggen in de lijn van een ontwikkeling die men in verschillende lidstaten kan constateren. Zij weerspiegelt de door de huidige elektriciteitsmonopolies ingezette diversifiëring naar andere sectoren waardoor zij eventuele winstdervingen als gevolg van de geleidelijke invoering van concurrentie op de elektriciteitsmarkt trachten te compenseren met toekomstige ontvangsten uit andere sectoren.

Dergelijke praktijken zijn niet in strijd met het Gemeenschapsrecht. In geen enkele van de communautaire richtlijnen op het gebied van telecommunicatie wordt namelijk aan de lidstaten gevraagd om ondernemingen met exclusieve of speciale rechten in andere sectoren dan telecommunicatie te verbieden daarin te investeren met middelen afkomstig uit hun onder het monopolie vallende activiteiten. In deze richtlijnen wordt slechts bepaald dat dergelijke ondernemingen hun activiteiten als leverancier van spraaktelefonie of netwerken, enerzijds, en hun andere activiteiten, anderzijds, in afzonderlijke rekeningen onderbrengen.

In onderhavig geval is aan deze verplichting voldaan aangezien WIND een vennootschap is die juridisch los staat van ENEL en tevens andere aandeelhouders heeft. De financiële en commerciële betrekkingen tussen de twee ondernemingen zijn bijgevolg voldoende doorzichtig opdat de autoriteiten ingeval van inbreuk op de mededingingsregels zouden kunnen ingrijpen.

De nationale autoriteiten die zijn belast met de regelgeving voor de sectoren telecommunicatie en energie en de anti-trustautoriteit anderzijds kunnen alleszins een passende waakzaamheid aan de dag leggen zonder af te doen aan de maatregelen die de Commissie kan nemen ingeval van inbreuk op het Gemeenschapsrecht.