SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2380/98 van Ernesto CACCAVALE aan de Commissie. Zeer ernstige schendingen als gevolg van een willekeurige verlenging van onderzoekstermijnen
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2380/98 van Ernesto CACCAVALE aan de Commissie. Zeer ernstige schendingen als gevolg van een willekeurige verlenging van onderzoekstermijnen
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2380/98 van Ernesto CACCAVALE aan de Commissie. Zeer ernstige schendingen als gevolg van een willekeurige verlenging van onderzoekstermijnen
Publicatieblad Nr. C 050 van 22/02/1999 blz. 0145
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2380/98
van Ernesto Caccavale (UPE) aan de Commissie
(27 juli 1998)
Betreft: Zeer ernstige schendingen als gevolg van een willekeurige verlenging van onderzoekstermijnen
Tijdens het vooronderzoek door het Openbaar Ministerie in Avellino (Italië) naar de doodsoorzaak van mevrouw Enrica Romano, zijn ernstige onregelmatigheden aan het licht getreden in verband met een willekeurige berekening van de duur van het vooronderzoek door het Openbaar Ministerie. Deze schendingen bestonden hieruit dat herhaaldelijk verzocht is om de zaak niet langer te behandelen (tot bijlage nr. 71) waardoor tijd verloren is gegaan die juist zo goed had kunnen worden besteed voor het verrichten van verder onderzoek.
Dit willekeurig optreden heeft geleid tot onbillijke en ontoelaatbare schade voor de betrokkenen. Doordat de procedure zo lang heeft geduurd, is namelijk hun fundamenteel recht op verdediging geschonden. Dit recht wordt erkend door de internationale verdragen, de Grondwet en de constitutionele jurisprudentie van alle lidstaten.
Bovendien moet dit optreden worden beschouwd als een directe schending van artikel 6 van de Europese Conventie voor de mensenrechten die bepaalt dat elk proces zich "binnen redelijke tijd" moet voltrekken. De tijdslimieten die inherent zijn aan het recht voor de verdediging om actie te ondernemen, mogen nooit leiden tot uitsluiting of belemmering van daadwerkelijke bescherming van de gekrenkte partijen.
1. Daarom luidt de vraag aan de Commissie: in welke mate zij kan verifiëren of hier inderdaad het recht op een
proces "binnen redelijke termijn" is geschonden;
2. aan te geven welke initiatieven zij denkt te nemen om te voorkomen dat het Openbaar Ministerie grijpt naar willekeurige hulpmiddelen bij de uitoefening van het strafrecht, waardoor de fundamentele mensenrechten op onaanvaardbare wijze worden geschonden.
Antwoord van de heer Van den Broek namens de Commissie
(14 september 1998)
De Commissie is zeer gehecht aan de eerbiediging van de mensenrechten, overal ter wereld. De Verdragen hebben de Europese Unie echter geen algemene bevoegdheid verleend om de naleving van de fundamentele rechten te verzekeren. Op dat gebied heeft zij slechts een bevoegdheid ten aanzien van de toepassing van het communautaire recht, dat gegrond is op de eerbiediging van de fundamentele rechten.
Aangaande de door het geachte parlementslid gerapporteerde feiten zou de Commissie eraan willen herinneren dat de eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden in de lidstaten grotendeels verzekerd is, zowel op binnenlands niveau via de mogelijkheid om intern in beroep te gaan, als in het buitenland via de regelingen zoals ingevoerd bij het Europees Verdrag tot bescherming van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden van de Raad van Europa.