SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2494/98 van Graham MATHER aan de Commissie. Het vervoer van slachtpaarden uit Oost-Europa
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2494/98 van Graham MATHER aan de Commissie. Het vervoer van slachtpaarden uit Oost-Europa
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2494/98 van Graham MATHER aan de Commissie. Het vervoer van slachtpaarden uit Oost-Europa
Publicatieblad Nr. C 207 van 21/07/1999 blz. 0009
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2494/98
van Graham Mather (PPE) aan de Commissie
(30 juli 1998)
Betreft: Het vervoer van slachtpaarden uit Oost-Europa
Volgens gegevens van de Commissie werden er in 1994 ruim 120.000 slachtpaarden van Oost-Europa naar de EU vervoerd.
1. Beschikt de Commissie over cijfers voor latere jaren?
2. Is de Commissie ervan overtuigd dat in deze gevallen de EU-voorschriften inzake het welzijn van dieren worden nageleefd, en in het bijzonder die voor het transport van levende dieren?
3. Welke mechanismen bestaan er om toezicht te houden op de toepassing van deze regels? Is de Commissie van oordeel dat deze mechanismen toereikend zijn?
Antwoord van mevrouw Bonino namens de Commissie
(19 oktober 1998)
1. De Commissie zendt rechtstreeks aan de geachte afgevaardigde en het Secretariaat van het Parlement een tabel toe.
2. De Commissie is ervan op de hoogte dat de omstandigheden waaronder slachtpaarden en andere boerderijdieren van oosteuropese derde landen naar sommige lidstaten worden vervoerd, niet altijd voldoen aan de voorschriften voor het welzijn van dieren.
3. Wat betreft de instrumenten voor het toezicht op en de waarborging van de toepassing van de communautaire voorschriften inzake het welzijn van dieren, deelt de Commissie de geachte afgevaardigde mede dat het aan de lidstaten is om te waarborgen dat aan de voorschriften van richtlijn 91/628/EEG van de Raad inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer(1) wordt voldaan. Naar de mening van de Commissie hebben de tot dusverre door de lidstaten uitgevoerde controles niet altijd het gewenste effect gehad, in het bijzonder niet in lidstaten waar richtlijn 95/29/EG(2) (waardoor richtlijn 91/628/EEG aanzienlijk werd gewijzigd) nog niet of nog niet volledig in nationale wetgeving is omgezet.
De Commissie zelf heeft, op basis van artikel 10 van richtlijn 91/628/EEG, gebruik gemaakt van haar prerogatief om controles uit te voeren en heeft dienstreizen naar alle lidstaten georganiseerd. Vastgestelde tekortkomingen zijn aan de betrokken lidstaten medegedeeld en hen is verzocht de nodige maatregelen te treffen om naleving van de communautaire voorschriften inzake het welzijn van dieren te waarborgen. De Commissie is voornemens deze controles te intensiveren nadat de opleiding van de in aanwerving zijnde aanvullende staf van veterinaire deskundigen is voltooid. Onder andere is de Commissie voornemens haar controles in de veterinaire grensinspectieposten aan de oostgrenzen van de Gemeenschap te versterken en haar samenwerking met de oosteuropese landen uit te breiden, hetgeen ertoe zal bijdragen dat de communautaire voorschriften inzake het welzijn van dieren worden nageleefd en dat een betere bescherming van paarden en andere boerderijdieren wordt gewaarborgd.
(1) PB L 340 van 11.12.1991.
(2) PB L 148 van 30.6.1995.