SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2807/98 van Leo TINDEMANS aan de Commissie. PHARE-beleid: behartiging der belangen van Europese experten
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2807/98 van Leo TINDEMANS aan de Commissie. PHARE-beleid: behartiging der belangen van Europese experten
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2807/98 van Leo TINDEMANS aan de Commissie. PHARE-beleid: behartiging der belangen van Europese experten
Publicatieblad Nr. C 135 van 14/05/1999 blz. 0120
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2807/98
van Leo Tindemans (PPE) aan de Commissie
(17 september 1998)
Betreft: PHARE-beleid: behartiging der belangen van Europese experten
Hoe kunnen Europese experten, in het kader van PHARE-projecten, hun belangen laten gelden ten opzichte van hun opdrachtgevers, in geval van meningsverschillen over de uitvoering van het project?
Immers, volgens het principe van gedecentraliseerde uitvoering, wordt de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de programma's gelegd bij de administratie van de PHARE-landen en bij de Delegaties van de Europese Commissie.
Wanneer nu een meningsverschil ontstaat tussen de lokale besturen en de Europese contractant, zou normaal verwacht worden dat de Europese contractant een beroep kan doen op de bemiddeling van de Delegatie van de Europese Commissie om een bevredigende oplossing te vinden die de verdere uitvoering van het project mogelijk maakt.
Ervaringen in Roemenië en Bulgarije wijzen echter uit dat het opvolgen van PHARE-projecten door de Delegatie in die landen wordt toevertrouwd aan lokale ambtenaren die niet bereid zijn tussenbeide te komen in geschillen met collega's van de nationale administraties, terwijl de Europese ambtenaren op de Delegatie zich niet geroepen voelen om terzake enig initiatief te nemen. Evenmin zijn de ambtenaren DG 1A van de Europese Commissie bereid tussenbeide te komen. In geval van misverstanden staan de Europese experten dan ook voor een muur van onbegrip en hulpeloosheid. Misverstanden over uitvoering van programma's zijn echter geen zeldzaamheid.
Aan wie kan, volgens de Commissie, een bemiddelingsopdracht tussen de Europese contractant en de lokale autoriteiten worden toevertrouwd? Is het niet aangewezen een dergelijke opdracht toe te kennen aan de Commissie zelf of aan de PHARE-administratie?
Antwoord van de heer van den Broek namens de Commissie
(21 oktober 1998)
De Commissie heeft de bevoegdheid om contracten af te sluiten voor vrijwel alle PHARE projecten overgedragen aan de partnerlanden. In dit gedecentraliseerde stelsel is het een nationale uitvoerleggende instantie, zoals bijvoorbeeld een programma- beheerseenheid, die met adviseurs een contract sluit. De Commissie heeft met de adviseur geen rechtsbetrekking. Bij onenigheid inzake de tenuitvoerlegging van het contract tussen de adviseur en de tenuitvoerleggende instantie dient deze te worden beslecht volgens de procedures die in het contract tussen de genoemde twee partijen zijn vastgelegd.
Gewoonlijk, dienen moeilijkheden bij de tenuitvoerlegging van een project te worden aangepakt door de twee contractpartijen. Doch bij voortduren van de moeilijkheden dienen de adviseurs met inachtneming van hun contractuele verplichtingen, zich te richten tot de desbetreffende delegatie van de Commissie dan wel de gemeenschappelijke buitenlandse dienst van de Commissie voor het beheer van communautaire hulp aan niet-lidstaten. De Commissie zal trachten informeel de beide partijen te benaderen, in zoverre de middelen dit toelaten, teneinde de doelstellingen van de projecten te helpen voltooien en tegelijkertijd de autonomie van het partnerland om de projecten die hem zijn toevertrouwd, te eerbiedigen.