Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2827/98 van Marie-Noëlle LIENEMANN aan de Commissie. Vermindering van de arbeidstijd van de Europese vrachtwagenbestuurders

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2827/98 van Marie-Noëlle LIENEMANN aan de Commissie. Vermindering van de arbeidstijd van de Europese vrachtwagenbestuurders

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2827/98 van Marie-Noëlle LIENEMANN aan de Commissie. Vermindering van de arbeidstijd van de Europese vrachtwagenbestuurders

Publicatieblad Nr. C 096 van 08/04/1999 blz. 0149


SCHRIFTELIJKE VRAAG P-2827/98

van Marie-Noëlle Lienemann (PSE) aan de Commissie

(11 september 1998)

Betreft: Vermindering van de arbeidstijd van de Europese vrachtwagenbestuurders

Kan de Commissie, wetende dat er op dit ogenblik geen enkele Europese wet is die zorgt voor een harmonisatie - naar boven toe - van de arbeidstijd en de arbeidsvoorwaarden van de vrachtwagenbestuurders in Europa, zeggen hoe lang het nog zal duren voor zij een voorstel indient voor de verbetering van Richtlijn 93/104/EG(1) (over de arbeidstijd), die de organisatie van de arbeidstijd van de Europese vrachtwagenbestuurders regelt?

Antwoord van de heer Flynn namens de Commissie

(15 oktober 1998)

De Commissie is verplicht voorstellen betreffende de arbeidstijd te doen ten aanzien van de sectoren en activiteiten die uitgesloten zijn van richtlijn 93/104/EG van de Raad van 23 november 1993 betreffende een aantal aspecten van de organisatie van de arbeidstijd. Deze voorstellen zullen bestaan uit horizontale en sectoriële maatregelen. Onder de horizontale maatregelen zullen de volledige bepalingen van de richtlijn inzake de arbeidstijd worden uitgebreid tot alle niet-mobiele werkenden en sommige basisbepalingen met betrekking tot de arbeidstijd zullen van toepassing worden op mobiele werkenden. Daarnaast zullen sectorspecifieke maatregelen met betrekking tot de arbeidstijd en de rustperioden worden ingevoerd of gewijzigd.

Deze benadering werd duidelijk aangegeven in het witboek van de Commissie over de uitgesloten sectoren(2) en bevestigd in het op 31 maart 1998 tot de sociale partners gerichte tweede raadplegingsdocument. In dit opzicht is de Commissie steeds van mening geweest dat de sociale partners, indien mogelijk, gezamenlijk aanvaardbare oplossingen dienden te vinden in kwesties die hen rechtstreeks aangaan, vooral ten aanzien van sectorspecifieke maatregelen. In antwoord op het initiatief van de Commissie hebben de sociale partners in een aantal uitgesloten sectoren hun inspanningen versterkt om tot een overeenkomst over de arbeidstijd te komen.

Terwijl door de Europese sociale partners in de sectoren zeevervoer en spoorwegvervoer overeenkomsten zijn ondertekend, konden de sociale partners in de sector wegvervoer vóór de verlengde termijn van 30 september, die door de Commissie was vastgesteld voor het presenteren van de door onderhandelingen bereikte voorstellen door de sociale partners, helaas niet tot overeenstemming komen.

Daarom zal de Commissie, overeenkomstig haar duidelijk vastgestelde strategie en als onderdeel van een pakket voorstellen over de arbeidstijd in de uitgesloten sectoren, nu haar eigen voorstellen indienen voor één enkele richtlijn over de arbeidstijd van alle mobiele werkenden in het wegvervoer, te weten zowel de sectoren beroepsgoederenvervoer en eigen vervoerders als zelfstandigen. Indien mogelijk zal dit voorstel gebruik maken van de door de sociale partners tijdens hun onderhandelingen vastgestelde convergentiepunten.

(1) PB L 307 van 13.12.1993, blz. 18.

(2) COM(97) 234.