SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3021/98 van Joan VALLVÉ Kalksteengroeves op het grondgebied van de gemeenten Taltehull en Vingrau (Fr.)
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3021/98 van Joan VALLVÉ Kalksteengroeves op het grondgebied van de gemeenten Taltehull en Vingrau (Fr.)
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3021/98 van Joan VALLVÉ Kalksteengroeves op het grondgebied van de gemeenten Taltehull en Vingrau (Fr.)
Publicatieblad Nr. C 289 van 11/10/1999 blz. 0019
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3021/98
van Joan Vallvé (ELDR) aan de Commissie
(8 oktober 1998)
Betreft: Kalksteengroeves op het grondgebied van de gemeenten Taltehull en Vingrau (Fr.)
Het bedrijf OMYA exploiteert sinds vele jaren een kalksteengroeve op het grondgebied van de gemeente Taltehull (Tautavel). Onlangs heeft dit bedrijf besloten op het grondgebied van de gemeente Vingrau een nieuwe groeve te openen. Het gemeentebestuur en de bevolking van Vingrau, gelegen ten zuiden van de Corbière-streek, verzetten zich hiertegen omdat zij dit plan in strijd achten met richtlijn 79/409/EEG(1) van 2 april 1979 betreffende de bescherming van in het wild levende vogels, en richtlijn 92/43/EEG(2) van 21 mei 1992 betreffende de instandhouding van de natuurlijke habitats van flora en fauna.
Heeft de Commissie de Franse regering erop gewezen dat de exploitatie van een steengroeve in Vingrau, in Noord-Catalonië, in strijd is met bovengenoemde richtlijnen?
Antwoord van de mevrouw Bjerregaard namens de Commissie
(19 november 1998)
De Commissie heeft in het verleden reeds klachten ontvangen betreffende de plannen voor de opening van een nieuwe kalsteengroeve in de streek van de "Basses Corbières", op het grondgebied van de gemeenten Vingrau en Tautavel (département des Pyrénées-Orientales). Voorts heeft het Parlement hierover reeds meermaals vragen gesteld aan de Commissie naar aanleiding van petitie nr. 923/94.
Een analyse van de feiten toont aan dat Frankrijk Richtlijn 79/409/EEG ("vogelstand") en Richtlijn 92/43/EEG ("habitats") onvolledig heeft toegepast. Klaarblijkelijk heeft Frankrijk de streek van de "Basses Corbières" niet ingedeeld bij de speciale beschermingszones met het oog op de bescherming van bepaalde in bijlage I van de vogelrichtlijn genoemde vogelsoorten (met name de Havikarend) en bepaalde niet in die bijlage genoemde trekvogels, noch heeft het de in artikel 4, lid 1. en 1. van de richtlijn bedoelde speciale beschermingsmaatregelen betreffende hun habitats getroffen. Evenmin heeft Frankrijk in het relevante gebied de passende maatregelen genomen, zoals vereist krachtens artikel 6, lid 2, 3. en 3.van de habitats-richtlijn, om te voorkomen dat, ten gevolge van de opening van kalsteengroeven op het grondgebied van de gemeenten Tautavel en Vingrau, er storende factoren zouden optreden die een significant negatief effect kunnen hebben op de in deze zone levende soorten en op de kwaliteit van hun habitats.
In toepassing van artikel 169 van het EG-Verdrag heeft de Commissie Frankrijk een met redenen omkleed advies toegezonden waarin wordt geoordeeld dat het land zijn verplichtingen krachtens de vogelstand- en de habitatsrichtlijn niet is nagekomen. Aangezien deze nalatigheid ondertussen niet is verholpen, heeft de Commissie de zaak aanhangig gemaakt bij het Hof van Justitie (klacht van 20 oktober 1998, geregistreerd onder het nummer C-374/98). Het is nu aan het Hof om dit probleem verder te behandelen.
(1) PB L 103 van 25.4.1979, blz. 1.
(2) PB L 206 van 22.7.1992, blz. 7.