SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3179/98 van Herbert BÖSCH aan de Commissie. Sociale clausules voor PHARE
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3179/98 van Herbert BÖSCH aan de Commissie. Sociale clausules voor PHARE
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3179/98 van Herbert BÖSCH aan de Commissie. Sociale clausules voor PHARE
Publicatieblad Nr. C 135 van 14/05/1999 blz. 0175
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3179/98
van Herbert Bösch (PSE) aan de Commissie
(27 oktober 1998)
Betreft: Sociale clausules voor PHARE
Het PHARE-programma is uitgegroeid tot een instrument tot ondersteuning van de Midden- en Oost-Europese landen met het oog op hun toetreding.
Het lijkt nu van belang bij de tenuitvoerlegging van dit programma ervoor te zorgen dat de middelen in de lijn van het Europese sociale beleid, overeenkomstig de sociale grondrechten van het Sociaal Handvest en op basis van de communautaire verworvenheden worden aangewend.
1. Hoe wordt bij de toekenning van PHARE-middelen gecontroleerd of de sociale grondrechten worden geëerbiedigd?
2. Wat zou de consequentie zijn als schending van deze rechten wordt vastgesteld, met andere woorden welke procedures zouden op gang worden gebracht?
3. Zijn er gevallen geweest waarin dergelijke problemen zich voordeden?
Antwoord van de heer van den Broek namens de Commissie
(18 november 1998)
1. Een van de hoofdbekommernissen van het Phare-programma is de eerbiediging van de elementaire sociale rechten die een essentieel onderdeel vormen van het acquis. Bijgevolg maken niet alleen de gebieden waarvoor uitdrukkelijke voorschriften bestaan inzake arbeidsrecht, sociale dialoog, gelijke behandeling, sociale bescherming, volksgezondheid, gezondheid en veiligheid op de werkplaats en voor migrerende werknemers doch ook het domein van de "zachte wetgeving", namelijk de uit het sociaal handvest afgeleide Europese sociale wetgeving, deel uit van de nieuwe, toetredingsgerichte Phare-strategie. Wanneer in het kader van Phare ontwerp-programma's of afzonderlijke projecten ter goedkeuring worden voorgelegd, wordt terdege onderzocht of zij in overeenstemming zijn met het sociale acquis van de Gemeenschap in de ruimere zin.
Er zijn ook Phare-programma's die uitsluitend betrekking hebben op het sociale acquis in nauwere zin. Het programma Consensus heeft betrekking op de hervorming van de sociale zekerheid in de landen van Midden- en Oost-Europa terwijl de programma's Lien en Partnerschap respectievelijk betrekking hebben op niet-gouvernementele organisaties die zich bezighouden met minderheden en kansarme groepen en met sociaal-economische subjecten.
Een van de prioriteiten voor de middellange termijn van de partnerschappen voor toetreding is de voorbereiding van de LMOE op het gebied van werkgelegenheid en sociale zaken. De toewijzing van middelen is onder meer aan de naleving van die prioriteiten gekoppeld.
2. en 3. De Commissie heeft geen kennis van Phare-programma's of individuele projecten die het sociaal aqcuis van de Gemeenschap schenden. Indien zij een dergelijke schending vaststelt of daarop attent wordt gemaakt, zal de Commissie niet aarzelen die situatie met behulp van passende middelen onverwijld recht te zetten.