Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3220/98 van de leden Laura GONZÁLEZ ÁLVAREZ , Pedro MARSET CAMPOS aan de Commissie. Onregelmatigheden bij de aanbesteding van werken in Cerceda, La Coruña (Galicië, Spanje)

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3220/98 van de leden Laura GONZÁLEZ ÁLVAREZ , Pedro MARSET CAMPOS aan de Commissie. Onregelmatigheden bij de aanbesteding van werken in Cerceda, La Coruña (Galicië, Spanje)

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3220/98 van de leden Laura GONZÁLEZ ÁLVAREZ , Pedro MARSET CAMPOS aan de Commissie. Onregelmatigheden bij de aanbesteding van werken in Cerceda, La Coruña (Galicië, Spanje)

Publicatieblad Nr. C 297 van 15/10/1999 blz. 0058


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3220/98

van Laura González Álvarez (GUE/NGL) en Pedro Marset Campos (GUE/NGL) aan de Commissie

(26 oktober 1998)

Betreft: Onregelmatigheden bij de aanbesteding van werken in Cerceda, La Coruña (Galicië, Spanje)

De onderneming SOGAMA S.A. werd door de autoriteiten van de autonome gemeenschap Galicië opgericht om hun taken op het gebied van milieubeheer te kunnen vervullen. In het kader van haar werkzaamheden heeft deze onderneming aan diverse bedrijven een uitnodiging tot inschrijving gericht voor de bouw, met financiële steun van de Europese Gemeenschap, van een thermo-elektrische installatie voor de verwerking van afval in de gemeente Cerceda (La Coruña). Na de eerste selectieprocedure bleven er geen deelnemers over, en later werd, zonder enige kennisgeving - de vakbonden weten niet wanneer - de uitvoering van de werken gegund aan een bedrijf dat buiten de autonome gemeenschap gevestigd is. Vooraanstaande personen, onder wie ook de ombudsman van Galicië, hebben publiekelijk deze toewijzing bekritiseerd, omdat zij van oordeel zijn dat de administratieve regels daarbij niet werden nageleefd, en hebben de regionale autoriteiten er zelfs van beschuldigd een naamloze vennootschap te hebben opgericht om het toezicht van overheidsinstanties te ontlopen.

De werknemers van de betrokken sector hebben via hun vakbondsafgevaardigden beroep aangetekend bij de Spaanse justitie.

1. Kan de Commissie er bij de bevoegde autoriteiten niet op aandringen de gegrondheid van de beschuldigingen van de Spaanse vakbonden te onderzoeken, rekening houdend met het feit dat voor dit bouwproject financiële steun van de Gemeenschap wordt verleend?

2. Galicië behoort tot de Europese regio's met de hoogste werkloosheidscijfers. Is de Commissie niet van oordeel dat de voor dit bouwproject bestemde communautaire kredieten adequater zouden worden gebruikt indien ze zouden gaan naar in Galicië gevestigde en werkzame bedrijven?

3. Welke stappen kan de Commissie bij de Spaanse autoriteiten ondernemen om de naleving van de communautaire milieuwetgeving te garanderen, met name: a) richtlijn 91/156/EEG(1) betreffende afvalstoffen, b) richtlijn 85/337/EEG(2) betreffende de milieu-effectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten, en c) richtlijn 90/313/EEG(3) inzake de vrije toegang tot milieu-informatie?

4. Is de Commissie, als hoedster van de Verdragen, niet van oordeel dat de werknemers in Galicië door de gunning van deze werken aan een niet in Galicië gevestigd bedrijf worden gediscrimineerd?

Antwoord van de heer Monti namens de Commissie

(14 januari 1999)

1. De Commissie heeft op 7 mei 1998 haar goedkeuring gehecht aan de medefinanciering door het Cohesiefonds van het project voor de verwerking van afval in Galicië. Dit project betreft de bouw van de door de geachte afgevaardigde aangehaalde thermo-elektronische installatie.

De Commissie is niet op de hoogte van eventuele onregelmatigheden bij de gunning van de overheidsopdracht, waarnaar de geachte afgevaardigden verwijzen en het is moeilijk deze zaak op grond van de verstrekte gegevens te beoordelen. De Commissie verzoekt de geachte afgevaardigden dan ook haar nadere inlichtingen over deze zaak te verstrekken, aan de hand waarvan zij bij de Spaanse regering stappen kan ondernemen om na te gaan of hier sprake is van een inbreuk van het communautair recht van openbare aanbestedingen. Deze en nadere gegevens moeten met name betrekking hebben op het statuut van de firma Sogama S.A. (deelname van de administratie in haar kapitaal, haar beheer of haar administratiedienst, directie of raad van toezicht, doel waarvoor deze firma is opgericht), alle mogelijke documenten over de beginfase die niet tot resultaten heeft geleid (bericht van aanbesteding, aanvraag van aanbiedingen, bestek, evaluatieverslag), alsmede alle gegevens over eventuele onregelmatigheden die gedurende deze procedure zouden zijn verricht en alle gegevens over de procedure via welke de aanbesteding uiteindelijk is toegekend, alsmede alle nadere gegevens over eventuele schendingen van het communautair recht van openbare aanbestedingen.

2. en 4. De communautaire richtlijnen ter coördinatie van de gunningsprocedures van openbare aanbestedingen(4) dragen bij tot de verwezenlijking van de interne markt via de voorschriften die beogen de inachtneming van de beginselen van transparantie, non-discriminatie en gelijke behandeling te waarborgen. Het zou tegen deze beginselen en tegen het EG-Verdrag indruisen, wanneer één of andere preferentie, met inbegrip van een regionale preferentie zou worden vastgesteld, waardoor bepaalde inschrijvers ten opzichte van anderen zouden worden bevoorrecht.

3. De naleving van de Richtlijnen 85/337/EEG van de Raad van 27 juni 1985 betreffende de milieu-effectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten(5) en 91/156/EEG van de Raad van 18 maart 1991 houdende wijziging van Richtlijn 75/442/EEG betreffende afvalstoffen(6), alsmede verschillende andere voorschriften betreffende de emissies in de lucht, is een absolute voorwaarde voor de goedkeuring van de financieringsbesluiten met betrekking tot projecten voor de verwerking van afval uit hoofde van het Cohesiefonds. Wat meer in het bijzonder Richtlijn 90/313/EEG van de Raad van 7 juni 1990 inzake de vrije toegang tot milieu-informatie(7) betreft, heeft de Commissie geen kennis van een schending terzake.

(1) PB L 78 van 26.3.1991, blz. 32.

(2) PB L 175 van 5.7.1985, blz. 40.

(3) PB L 158 van 23.6.1990, blz. 56.

(4) Richtlijnen 93/36/EEG, 93/37/EEG en 93/38/EEG van 14 juni 1993 (PB L 199 van 9.8.1993), alsmede Richtlijn 92/50/EEG van 18 juni 1992 (PB L 209 van 24.7.1992).

(5) PB L 175 van 5.7.1985.

(6) PB L 78 van 26.3.1991.

(7) PB L 158 van 23.6.1990.