Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3245/98 van Graham WATSON aan de Commissie. Aromatherapie

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3245/98 van Graham WATSON aan de Commissie. Aromatherapie

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3245/98 van Graham WATSON aan de Commissie. Aromatherapie

Publicatieblad Nr. C 142 van 21/05/1999 blz. 0110


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3245/98

van Graham Watson (ELDR) aan de Commissie

(28 oktober 1998)

Betreft: Aromatherapie

Gezien de lopende discussies over kruidengeneeskunde met het oog op strenger regeling van dat soort activiteiten: welke beschouwingen heeft de Commissie aan de mogelijke weerslag op de aromatherapie gewijd? Denkt de Commissie eraan dat de aromatherapie te lijden kan hebben van maatregelen als beperking van de verkoop van aromatische olies aan alleen maar apotheken en/of beoefenaars van de kunst? Zal de Commissie ervoor zorgen dat de aromatherapie in de bevoegde commissies vertegenwoordigd is, zodat ze in het debat over strengere regelingen niet vergeten wordt?

Antwoord van de heer Bangemann namens de Commissie

(25 november 1998)

De Commissie is niet op de hoogte van eventuele ontwerp-wetgeving of voorstellen die rechtstreekse gevolgen kunnen hebben voor de aromatherapie. Regelgeving voor de distributie van etherische oliën naar de consument valt onder de bevoegdheid van de lidstaten, zodat de verkoop van deze producten in de nationale wetgeving wordt geregeld.

Sommige bij aromatherapie gebruikte producten vallen wellicht binnen de definitie van "geneesmiddel" in artikel 1 van Richtlijn 65/65/EEG van 26 januari 1965 betreffende de aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake farmaceutische specialiteiten(1). Als deze producten op industriële wijze worden vervaardigd, mogen ze alleen in de handel worden gebracht als daarvoor overeenkomstig de communautaire wetgeving inzake geneesmiddelen een vergunning is verleend. De "lopende discussies over kruidengeneeskunde" waar het geachte parlementslid naar verwijst, gaan vooral over de vraag of de eisen voor het aantonen van de kwaliteit, de veiligheid en de werkzaamheid van een geneesmiddel op dezelfde wijze voor kruidengeneesmiddelen moeten gelden als voor alle andere geneesmiddelen.

Mocht de Commissie - in de toekomst - besluiten een specifiek voorstel op dit gebied in te dienen, dan zal zij zeker zorgen voor uitgebreid overleg met alle betrokken partijen.

(1) PB L 22 van 9.2.1965.