SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3273/98 van Kyösti VIRRANKOSKI Het gebruik van indexeringsmiddelen bij de structuurfondsen
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3273/98 van Kyösti VIRRANKOSKI Het gebruik van indexeringsmiddelen bij de structuurfondsen
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3273/98 van Kyösti VIRRANKOSKI Het gebruik van indexeringsmiddelen bij de structuurfondsen
Publicatieblad Nr. C 289 van 11/10/1999 blz. 0032
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3273/98
van Kyösti Virrankoski (ELDR) aan de Commissie
(30 oktober 1998)
Betreft: Het gebruik van indexeringsmiddelen bij de structuurfondsen
Tijdens de Top van Edinburgh is voor elke lidstaat het aandeel vastgesteld van de communautaire structuurfondsmiddelen. Omdat dit aandeel een bedrag is dat is vastgesteld op basis van het eerste programmeringsjaar, wordt de door de inflatie veroorzaakte waardevermindering gecorrigeerd met de zogeheten indexeringsmiddelen.
De Finse regering doet echter in haar ontwerpbegroting voor volgend jaar die zij aan het parlement heeft aangeboden het voorstel om deze indexeringsmiddelen niet aan te nemen, indien de nationale tegenwaarde niet wordt gefinancierd uit andere bronnen dan de Finse staatskas.
Naar aanleiding van het bovenstaande zou ik de volgende vragen willen stellen:
1. Welke lidstaten hebben tijdens de afgelopen programmeringsperiode reeds een deel van de aan hen toegekende structuurfondsmiddelen of indexeringsmiddelen geweigerd?
2. Welke lidstaten hebben aangekondigd dat ze de kredieten uit de structuurfondsen of de daaraan verbonden indexeringsmiddelen niet zullen aannemen?
3. Is het in overeenstemming met de documenten inzake de programma's voor de doelstellingsregio's dat een lidstaat afziet van het ontvangen van de indexeringsmiddelen?
4. Hoe wil de EU de doelstellingsregio's beschermen in lidstaten waarvan de regeringen op zodanige wijze optreden dat de betreffende regio's het gevaar lopen de aan hen toegekende kredieten mis te lopen?
Antwoord van mevrouw Wulf-Mathies namens de Commissie
(24 november 1998)
Op grond van de uitvoeringsbepalingen die in elk communautair bestek (CB) en gecombineerd programmeringsdocument (GPD) zijn opgenomen, betreft de indexering uitsluitend de communautaire bijstand. Het is weliswaar gebruikelijk dat de toekenning van de indexeringsmiddelen gepaard gaat met een daarmee corresponderende nationale of regionale medefinanciering, maar absoluut noodzakelijk is dit alleen als, wanneer dat niet zou gebeuren, het in het CB of GPD bepaalde plafond voor de communautaire steunverlening wordt overschreden.
1. en 2. Er is de Commissie geen enkel geval bekend waarin een lidstaat heeft afgezien of het voornemen te kennen heeft gegeven te zullen afzien van oorspronkelijke steunbedragen uit de Structuurfondsen of op indexering gebaseerde verhogingen daarvan.
3. De bovengenoemde uitvoeringsbepalingen, waaronder de indexeringsbepalingen, maken een integrerend deel uit van de verplichtingen die de Commissie en de betrokken lidstaat moeten nakomen. Indexering van de voor de CB's en GPD's toegekende kredieten is dus de regel.
4. Het toezichtcomité voor het CB of GPD stelt de bestemming voor die binnen het CB of GPD aan de indexeringsmiddelen zal worden gegeven. In dit comité wordt gewerkt in het kader van partnerschap waarbij met name de door de lidstaat aangewezen bevoegde instanties op regionaal of plaatselijk niveau worden ingeschakeld. De Commissie dringt in deze context aan op een zodanige bestemming van de indexeringsmiddelen dat de in de CB's en GPD's omschreven doelstellingen zo goed mogelijk kunnen worden bereikt en het voordeel voor de betrokken regio's zo groot mogelijk is.