Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3437/98 van Roberta ANGELILLI aan de Commissie. Vuilophaaldienst in Rome

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3437/98 van Roberta ANGELILLI aan de Commissie. Vuilophaaldienst in Rome

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3437/98 van Roberta ANGELILLI aan de Commissie. Vuilophaaldienst in Rome

Publicatieblad Nr. C 297 van 15/10/1999 blz. 0072


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3437/98

van Roberta Angelilli (NI) aan de Commissie

(24 november 1998)

Betreft: Vuilophaaldienst in Rome

In de afgelopen maanden is er onenigheid ontstaan tussen burgers en de gemeente Rome, alsmede het bedrijf AMA, dat zorgt voor de vuilophaling, over de wijze van ophalen, die in feite een vlot gebruik van de bakken voor stedelijk afval en van de bakken voor gescheiden afval onmogelijk maakt.

Kan de Commissie:

1. iets zeggen over de wijze van vuilophaling in de andere lidstaten van de Europese Unie?

2. Is deze slechte dienstverlening niet in strijd met de Europese richtlijnen over het ophalen en recycleren van afval?

3. Wat is het algemene oordeel van de Commissie over deze zaak?

Antwoord van mevrouw Bjerregaard namens de Commissie

(21 december 1998)

1. Er zijn geen specifieke richtlijnen voor de ophaling van afval en er zijn veel verschillende regelingen voor de ophaling van afval in de lidstaten. Het is niet mogelijk een algemeen geldend antwoord op de vraag van het geachte parlementslid te geven, omdat er rekening moet worden gehouden met vele verschillende factoren zoals het klimaat, de eetgewoonten en de plaatselijke situatie. Meestal zijn er ook verschillen tussen de regio's van één bepaalde lidstaat om de regeling aan de lokale omstandigheden aan te passen.

2. In artikel 4 van Richtlijn 75/442/EEG betreffende afvalstoffen(1), zoals gewijzigd bij Richtlijn 91/156/EEG(2), wordt bepaald dat de nuttige toepassing of de verwijdering van afval moet plaatsvinden zonder gevaar voor de gezondheid van de mens of het milieu op te leveren. Hoe de ophaling en verwijdering van afval precies moeten gebeuren, wordt overgelaten aan de lidstaten die op dit gebied een ruime beslissingsbevoegdheid hebben. In het algemeen hebben meningsverschillen tussen een plaatselijke overheidsinstantie en een bedrijf dat huisvuil moet ophalen en verwijderen, geen verband met de communautaire milieuwetgeving op het gebied van afvalstoffen.

3. Op basis van de aan haar verstrekte informatie is het de Commissie niet mogelijk een oordeel uit te spreken over het door het geachte parlementslid aan de orde gestelde probleem.

(1) PB L 194 van 25.7.1975.

(2) PB L 78 van 26.3.1991.