Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3793/98 van Gerhard HAGER Bestrijding mensensmokkel; uitbreiding naar het Oosten

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3793/98 van Gerhard HAGER Bestrijding mensensmokkel; uitbreiding naar het Oosten

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3793/98 van Gerhard HAGER Bestrijding mensensmokkel; uitbreiding naar het Oosten

Publicatieblad Nr. C 289 van 11/10/1999 blz. 0089


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3793/98

van Gerhard Hager (NI) aan de Raad

(11 december 1998)

Betreft: Bestrijding mensensmokkel; uitbreiding naar het Oosten

Bestrijding van mensensmokkel is vooral met het oog op de aanstaande uitbreiding een belangrijk beleidspunt van de Unie. Mij is echter ter ore gekomen dat het smokkelen van buitenlanders in enkele kandidaatlidstaten nog niet eens strafbaar is.

Beschikt de Raad over informatie dat dit werkelijk het geval is?

Antwoord

(29 maart 1999)

1. Op 24 februari 1997 heeft de Raad een gemeenschappelijk optreden aangenomen op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie ter bestrijding van mensenhandel en seksuele uitbuiting van kinderen(1). Krachtens dit gemeenschappelijk optreden dienen de lidstaten op nationaal niveau specifieke maatregelen te nemen om mensensmokkel in hun nationale wetgeving strafbaar te stellen. Ook voorziet het in vormen van rechtshulp bij het onderzoek en de gerechtelijke vervolging van mensensmokkel.

2. De bepalingen in kwestie maken deel uit van het acquis van de Europese Unie, dat de kandidaat-lidstaten bij hun toetreding volledig zullen moeten overnemen. De voorbereiding van de kandidaat-lidstaten op de overname van deze onderdelen van het acquis, is een zaak van de huidige versterkte pretoetredingsstrategie. Justitie en Binnenlandse Zaken maken in het bijzonder deel uit van de prioriteiten van elk van de partnerschappen voor de toetreding, die voor de kandidaatlanden van Midden- en Oost-Europa zijn bepaald. Voorts wordt de situatie in ieder kandidaatland bekeken in het kader van de doorlichting en in het kader van het mechanisme voor collectieve evaluatie van de inwerkingtreding, de toepassing en de daadwerkelijke uitvoering van het acquis van de Europese Unie op het gebied van Justitie en Binnenlandse Zaken in de kandidaat-lidstaten; dit mechanisme is vastgesteld in het kader van het gemeenschappelijk optreden van 29 juni 1998 (2).

3. De Raad heeft informatie terzake ingewonnen in het kader van de informatieuitwisseling op het niveau van deskundigen tussen de lidstaten en de landen van Midden- en Oost-Europa en Cyprus. Uit die informatie blijkt dat het binnensmokkelen of naar buiten smokkelen van vreemdelingen in elk van deze kandidaat-lidstaten een strafbaar feit is waarop sancties staan zoals gevangenisstraffen, boetes en confiscatie.

(1) PB L 63 van 4.3.1997.

(2) PB L 191 van 7.7.1998, blz. 8.