SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3878/98 van Philippe DE COENE Afschaffing Duty free
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3878/98 van Philippe DE COENE Afschaffing Duty free
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3878/98 van Philippe DE COENE Afschaffing Duty free
Publicatieblad Nr. C 325 van 12/11/1999 blz. 0035
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3878/98
van Philippe De Coene (PSE) aan de Commissie
(4 januari 1999)
Betreft: Afschaffing Duty free
In 1991 werd beslist om met ingang van 1 juli 1999 het duty free winkelen binnen de Europese Unie af te schaffen. Uitsluitend reizigers naar bestemmingen buiten de Unie zouden nog van dit voorrecht gebruik kunnen blijven maken.
Tezelfdertijd echter verneem ik dat de Europese Commissarissen zelf nog nà deze datum van 1 juli 1999 het recht blijven behouden op het belastingvrij aankopen van een aantal goederen. Concreet gaat het hierbij om 20.000 sigaretten, 400 liter alcohol van minder dan 21 procent, 90 liter whisky of wodka, 5.000 liter goedkope benzine voor de eerste auto en 2.000 liter voor de tweede auto.
Is de Commissie niet van oordeel dat ook haar leden onder dezelfde regels vallen als de gewone burgers van de Unie en derhalve geen aanspraak meer kunnen maken op belastingvrije goederen?
Graag vernam ik of de Commissie van plan is aan deze uitzondering een einde te maken.
Antwoord van de heer Monti namens de Commissie
(9 maart 1999)
De communautaire bepalingen die de lidstaten de mogelijkheid geven tot 30 juni 1999 ontheffing te verlenen voor intracommunautaire belastingvrije verkopen zijn richtlijn 91/680/EEG van 16 december 1991, artikel 28 duodecies, wat de BTW betreft en richtlijn 92/12/EEG van 25 februari 1992, artikel 28, wat de accijnzen betreft.
De leden van de Commissie worden door België gelijkgesteld met diplomaten en genieten daarom een aantal financiële voordelen die in dit land aan alle diplomaten uit andere landen en aan daarmee gelijkgestelde personen worden verleend. Eén van deze voordelen is de belastingvrije aankoop van goederen voor persoonlijk gebruik, op voorwaarde dat de totale factuur ten minste BFR 10.000 (BTW niet inbegrepen) bedraagt en met een jaarlijkse kooplimiet voor de volgende producten (cijfers voor 1998; de koopvoorwaarden worden jaarlijks voor de Belgische Minister van Financiën vastgesteld).
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
De fiscale behandeling van diplomaten is vastgelegd in het Verdrag van Wenen van 18 april 1961. In artikel 34, met name, is bepaald: "Een diplomatieke ambtenaar is vrijgesteld van alle belastingen en rechten, zowel persoonlijke als zakelijke, hetzij landelijke, gewestelijke of gemeentelijke belastingen, met uitzondering van: a) indirecte belastingen die normaal in de prijs van goederen of diensten begrepen zijn (...)". Alle landen verlenen echter dit soort vrijstellingen doorgaans op basis van in de internationale betrekkingen geldende gewoonten.
Binnen de Gemeenschap zijn op de belastingvoordelen de volgende specifieke bepalingen van toepassing: artikel 15, lid 10, eerste streepje, van richtlijn 77/388/EEG betreffende de BTW; artikel 23, lid 1, eerste streepje, van richtlijn 92/12/EEG betreffende accijnzen; artikel 133, lid 1, onder b) en c), van Verordening (EEG) 918/83 inzake douanerechten. Zoals het geachte parlementslid reeds aangaf, is in deze wetgeving geen einddatum vastgelegd. Indien de Gemeenschapswetgeving dus niet wordt gewijzigd, zal zij ook na 1 juli 1999 nog van kracht zijn.
De Commissie heeft zich afgevraagd in hoeverre fiscale vrijstellingen (BTW en accijnzen) ten behoeve van diplomaten van de lidstaten, alsook daarmee gelijkgestelde personen, zoals Europees commissarissen, die binnen de Unie hun ambt vervullen, met het Gemeenschapsrecht verenigbaar zijn. De Commissie heeft besloten deze kwestie diepgaand te onderzoeken om passende wetgevingsinitiatieven te vinden.