Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 139/98 van Michl EBNER aan de Commissie. Actie tegen roken

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 139/98 van Michl EBNER aan de Commissie. Actie tegen roken

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0139/98 van Michl Ebner (PPE) aan de Commissie (30 januari 1998)

Betreft: Actie tegen roken

De Commissie heeft op 21 april 1995 een besluit van het Europees Parlement en de Raad over een actieplan 1995-1999 voor kankerbestrijding goedgekeurd, waarin met name roken als grootste risicofactor bij kanker wordt aangewezen en waarin erop wordt aangedrongen bij de kankerbestrijding actie te voeren tegen het roken.

Volgens recente informatie houden een aanzienlijk percentage gevallen van kanker en veel door kanker veroorzaakte sterfgevallen verband met de leefwijze en is 30% van alle gevallen van kanker terug te voeren op het gebruik van tabak, hoewel verordening nr. 2075/92 over de GMO ruwe tabak voorziet in de oprichting van een gemeenschappelijk fonds voor onderzoek en informatie op het gebied van tabak; roken is dus de vaakst voorkomende vermijdbare doodsoorzaak in de Unie.

Overeenkomstig het EU-Verdrag moeten de eisen inzake gezondheidsbescherming een bestanddeel vormen van het Gemeenschapsbeleid op andere gebieden, met inbegrip van het gemeenschappelijk landbouwbeleid. De uitgaven voor steun aan de markt voor tabak bedragen nog steeds 817 miljoen ecu.

Gezien het bovenstaande zou ik het volgende willen vragen:

1. Waarom stelt de Commissie het Parlement en de Raad niet voor de steunmaatregelen voor ruwe tabak af te schaffen en voornoemd fonds voor preventieve gezondheidsmaatregelen te gebruiken?

2. Acht de Commissie het niet opportuun een nieuwe superbelasting voor tabaksproducten in te voeren, waarvan de opbrengst voor het kankeronderzoek wordt gebruikt? Dit zou ten dele ook kunnen worden beschouwd als vergoeding van de grote economische schade die op gebruik van tabak kan worden teruggevoerd. Bovendien zou een dergelijke maatregel aansluiten bij de door het Parlement voorgestelde reële verhoging van de prijzen voor tabak en bij de vaststelling van een minimumniveau voor de belasting op tabak in het kader van de harmonisering hiervan. Zoals het Parlement heeft erkend, kan de prijs van grote invloed zijn op het tabaksgebruik en een belangrijk instrument vormen in het beleid ten aanzien van het tabaksgebruik.

3. Welke acties tegen de oorzaken van kanker en welke projecten ter bevordering van het niet-roken zijn er gepland om de kankerbestrijding concreet gestalte te geven?

Antwoord van de heer Flynn namens de Commissie (1 april 1998)

1. De Commissie heeft op 22 januari 1998 een voorstel tot hervorming van de gemeenschappelijke ordening van de markt in de sector ruwe tabak ((COM(98) 19 def. )) goedgekeurd. Deze tekst is toegezonden aan het Parlement en aan de Raad.

Overeenkomstig het verslag dat zij begin 1997 heeeft ingediend en waarvan de conclusies door de Raad en ook door het Parlement gunstig zijn ontvangen, stelt de Commissie in haar in januari 1998 goedgekeurde tekst voor, de steun aan de tabaksteelt voort te zetten en de werking van het systeem ingrijpend te wijzigen om de kwaliteit te stimulerem. Zij stelt eveneens voor meer rekening te houden met de eisen van de volksgezondheid en het milieu. Zij benadrukt dat zij daartoe voorstelt het budget van het communautair fonds voor onderzoek en voorlichting op het gebied van de tabak te verdubbelen.

2. Inderdaad kan de prijs invloed hebben op de tabaksconsumptie. De Raad heeft evenwel, door een stelsel van minimum belastingpercentages voor tabaksproducten op de interne markt vast te stellen, een besluit genomen ten gunste van een stelsel van vrije prijsvorming voor deze producten.

Inderdaad zijn de producenten, overeenkomstig Richtlijn 95/59/EG van 27 november 1995 betreffende de belasting, andere dan omzetbelasting, op het verbruik van tabaksfabrikaten ((PB L 291, 6.12.1995. )) vrij om maximumprijzen voor de detailhandel vast te stellen voor elk van hun producten voor elke lidstaat waarin zij voor consumptie worden vrijgegeven. De autoriteiten zijn vrij om hun percentages van indirecte belastingheffing vast te stellen mits zij de minimumpercentages respecteren die met betrekking tot tabaksproducten zijn vastgelegd in Richtlijn 92/79/EEG van de Raad van 19 oktober 1992 inzake de onderlinge aanpassing van de belastingen op sigaretten en in Richtlijn 92/80/EEG van de Raad van 19 oktober 1992 inzake de onderlinge aanpassing van de belastingen op andere tabaksfabrikaten dan sigaretten ((PB L 316, 31.10.1992. )). Bijgevolg is het aan de lidstaten om rekening te houden met de specifieke situatie in hun land, gezondheidsoverwegingen en andere factoren zoals fraude, wanneer zij hun percentages vaststellen.

Momenteel is de Commissie niet voornemens voorstellen te doen voor bijkomende belastingen op tabaksproducten. De lidstaten zijn echter vrij om tabaksproducten te onderwerpen aan andere indirecte belastingen voor specifieke doeleinden, mits deze belastingen in overeenstemming zijn met de belastingregels die van toepassing zijn voor accijnsheffingen en BTW-doeleinden voorzover het betreft de vaststelling van de belastinggrondslag, de berekening van de belasting, de belastbaarheid en de controle op de belasting.

3. Communautaire acties ter bestrijding van kanker zijn te vinden in het "Europa tegen kanker¨-programma, dat initiatieven omvat ter voorlichting en educatie van het grote publiek inzake de gevaren van roken. Door dit programma is een reeks preventieprojecten gefinancierd. Nadere gegevens omtrent dergelijke in 1996 en 1997 gefinancierde programma's worden rechtstreeks aan de geachte afgevaardigde en het Secretariaat-generaal van het Parlement toegezonden, tezamen met bijzonderheden over door middel van het communautair fonds voor onderzoek en voorlichting inzake tabak gefinancierde voorlichtingsprojecten.