Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 362/98 van María SORNOSA MARTÍNEZ aan de Commissie. Discriminatie op grond van seksuele geaardheid in Spanje

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 362/98 van María SORNOSA MARTÍNEZ aan de Commissie. Discriminatie op grond van seksuele geaardheid in Spanje

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0362/98

van María Sornosa Martínez (GUE/NGL) aan de Commissie

(24 februari 1998)

Betreft: Discriminatie op grond van seksuele geaardheid in Spanje

De Spaanse luchtvaartmaatschappij Iberia heeft zich schuldig gemaakt aan discriminatie ten opzichte van een van haar werknemers door de kortingen en voordelen waarvoor zijn partner in aanmerking kwam, niet toe te passen en hiervoor als reden aan te voeren de homoseksuele geaardheid van de betrokken werknemer. De collectieve arbeidsovereenkomst van deze maatschappij voorziet in bovengenoemde (voor)rechten, voor gehuwden en voor feitelijk samenwonenden, doch heeft dit bijzondere geval buiten beschouwing gelaten. De betrokken werknemer heeft zich gewend tot het Europese Hof voor de rechten van de mens.

Gevallen van discriminatie op grond van seksuele geaardheid staan in Spanje niet op zichzelf. Een ander voorbeeld is het momenteel onder de rechter zijnde protest van een homoseksuele man die aanspraak maakt op een weduwnaarsuitkering aangezien hij gedurende zeven jaar met zijn overleden partner heeft samengewoond.

Zowel maatschappelijke groeperingen als politieke partijen en vakbonden pleiten voor een wet op samenwonenden waarin de situatie van duizenden zowel seksuele als heteroseksuele stellen wordt geregulariseerd. Het afgelopen jaar werd bij het Spaanse parlement een wetsontwerp voor samenwonenden ingediend, dat met uiterst krappe meerderheid werd verworpen. Momenteel zijn er geen wetsinitiatieven in deze richting in de maak en doen zich als gevolg hiervan talloze gevallen van sociale onrechtvaardigheid voor.

Artikel 13 van het Verdrag van Amsterdam (voormalig artikel 6 A) luidt als volgt: "Onverminderd de andere bepalingen van dit Verdrag, kan de Raad, binnen de grenzen van de door dit Verdrag aan de Gemeenschap verleende bevoegdheden, met eenparigheid van stemmen, op voorstel van de Commissie en na raadpleging van het Europees Parlement, passende maatregelen nemen om discriminatie op grond van geslacht, ras of etnische afstamming, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid te bestrijden".

1. Is deze verdragsbepaling naar het oordeel van de Commissie voldoende om de rechten van homoseksuele Europese burgers te beschermen of is uitbreiding van de Europese wetgeving op dit terrein noodzakelijk?

2. Is de Commissie voornemens een voorstel in te dienen voor een richtlijn die specifiek de rechten van homoseksuelen tot voorwerp heeft en waarin deze worden beschermd tegen eventuele discriminatie?

3. Is de Commissie bereid zich te buigen over de mogelijkheid om een campagne op te zetten tegen discriminatie van homoseksuelen?

Antwoord van de heer Flynn namens de Commissie

(3 april 1998)

1. De opneming van artikel 13 in het Verdrag van Amsterdam verschaft een belangrijke mogelijkheid om de bevoegdheid van de Gemeenschap om actie te ondernemen tegen op een breed scala van factoren, met inbegrip van sexuele geaardheid, gebaseerde discriminatie te versterken. De Commissie gaat momenteel de door artikel 13 van het Verdrag van Amsterdam geboden mogelijkheden en de implicaties daarvan voor het communautaire beleid na.

2. De Commissie zal de grond voor een vroegtijdig gebruik van artikel 13 van het Verdrag van Amsterdam actief voorbereiden. Op dit ogenblik is de Commissie niet in staat de geachte afgevaardigde een exact antwoord te geven betreffende de eventuele prioriteiten in termen van soorten discriminatie en specifieke acties. Deze kwestie zal sterk afhankelijk zijn van de resultaten van het raadplegingsproces.

3. In de loop van 1998 zal een brede discussie over de eventuele toepassing van de non-discriminatiebepaling worden gelanceerd ten einde een breed overleg met alle belangrijke actoren over non-discriminatie onderwerpen te waarborgen. De Commissie is voornemens om, als onderdeel van dit proces, een aantal seminars en conferenties op nationaal en Europees niveau te organiseren of te steunen. Deze conferenties zullen alle gebieden van discriminatie bestrijken, waaronder het gebied van non-discriminatie op grond van sexuele geaardheid. De Commissie overweegt niet een specifieke campagne te lanceren om discriminatie van homosexuelen te bestrijden.