Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 363/98 van María SORNOSA MARTÍNEZ aan de Commissie. Zoutmoerassen van Aguamarga in Alicante

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 363/98 van María SORNOSA MARTÍNEZ aan de Commissie. Zoutmoerassen van Aguamarga in Alicante

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0363/98 van María Sornosa Martínez (GUE/NGL) aan de Commissie (24 februari 1998)

Betreft: Zoutmoerassen van Aguamarga in Alicante

In een schriftelijke vraag aan de Commissie van 3 december 1997 werd het probleem aangekaart van de stadsuitbreiding van Alicante, die een ernstige bedreiging vormt voor de moerassen van Aguamarga in Alicante.

Momenteel werkt de Kelme-groep aan een stedenbouwkundig project bestaande uit een sportcomplex, een kunstmatig meer en 500 woningen in het moerasgebied van Aguamarga.

Deze zone maakt deel uit van de lijst van wetlands van het gewest Valencia. Voor goedkeuring van dit project is een wijziging nodig van het algemene bestemmingsplan en moet ten minste een vierde deel van deze grondgebieden worden aangemerkt als bouwgrond voor niet-intensieve bebouwing.

Milieugroeperingen en de oppositiepartijen hebben een gemeenschappelijk front gevormd tegen dit project, doch de regering heeft haar steun hiervoor uitgesproken, hetgeen betekent dat dit project wel eens doorgezet zou kunnen worden.

De bovengenoemde zoutmoerassen vormen een gebied van grote culturele, wetenschappelijke en recreatieve waarde.

1. Kan de Commissie stappen ondernemen om ervoor te zorgen dat dit terrein in zijn huidige staat gehandhaafd blijft?

2. Zou zij zich nog eens willen buigen over de vragen die ik aan de orde heb gesteld in mijn eerdere schriftelijke vraag over deze kwestie?

Antwoord van mevrouw Bjerregaard namens de Commissie (13 maart 1998)

Het gebied in kwestie is niet als speciale beschermingszone (SBZ) in het kader van Richtlijn 79/409/EEG inzake het behoud van de vogelstand ((PB L 103 van 25.4.1979. )) aangewezen. Evenmin wordt het in enige wetenschappelijke inventaris als belangrijk vogelgebied genoemd.

Het gebied is door Spanje niet voorgesteld voor opneming in het Natura 2000-netwerk dat in het kader van Richtlijn 92/43/EEG inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna ((PB L 206 van 22.7.1992. )) tot stand wordt gebracht. De Commissie beschikt ook niet over gegevens waaruit blijkt dat het een prioritair type natuurlijke habitat omvat of het leefgebied vormt van een prioritaire soort, in welk geval eventueel aan de hand van relevante en betrouwbare wetenschappelijke gegevens zou kunnen worden aangetoond dat de bescherming ervan voor de instandhouding van dat prioritaire habitattype of het voortbestaan van die prioritaire soort onontbeerlijk is. Het gebied lijkt dus natuurwaarden van eerder nationaal dan communautair belang te vertegenwoordigen. De Commissie ziet derhalve geen bijzondere aanleiding om in de plaats van de Spaanse autoriteiten op te treden.

Het standpunt van de Commissie is, sedert zij schriftelijke vraag E-4039/97 van het geachte Parlementslid ((PB C 196 van 22.6.1998, blz. 66. )) beantwoordde, ongewijzigd gebleven. Spanje heeft in januari 1998 bij de Commissie een lijst ingediend van de gebieden waarvan het de opneming in het Natura 2000-netwerk voor het betrokken biogeografisch gebied (mediterrane regio) voorstelt. Het betrokken wetland komt op deze lijst niet voor.