Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 656/98 van Stéphane BUFFETAUT aan de Commissie. Steun scheepsbouw

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 656/98 van Stéphane BUFFETAUT aan de Commissie. Steun scheepsbouw

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0656/98 van Stéphane Buffetaut (I-EDN) aan de Commissie (10 maart 1998)

Betreft: Steun scheepsbouw

De Amerikaanse autoriteiten hebben laten weten van plan te zijn de scheepswerf van Philadelphia dankzij enorme subsidies weer te openen. Dit is duidelijk in strijd met het OESO-akkoord waarin een "standstill¨-clausule voor steunmaatregelen is opgenomen. De Commissie was van mening dat deze clausule bindend genoeg was om de maximumgrens voor steun aan de Europese scheepsbouw niet op te trekken.

Is de Commissie van zins in het kader van een OESO-akkoord dat door het Franse parlement is verworpen, in Europa beperkende maatregelen toe te passen die haar partners aan hun laars lappen?

Antwoord van de heer Van Miert namens de Commissie (8 april 1998)

De zogenaamde 'standstill'-clausule waar het geachte Parlementslid naar verwijst, maakt geen deel uit van de OESO-Overeenkomst zelf, die nog niet in werking is getreden, maar staat in de Slotakte van de onderhandelingen over de overeenkomst. Volgens de bepalingen daarvan stemden de partijen ermee in de bestaande subsidieniveau's niet te verhogen of geen nieuwe steunmaatregelen in te voeren totdat de overeenkomst in werking is getreden. De Commissie deelt de bezorgdheid van het geachte Parlementslid over de vermeende schending van deze afspraken door de Verenigde Staten. De Commissie heeft de Amerikaanse autoriteiten schriftelijk om verdere uitleg en details over de inhoud van de maatregelen en hun conformiteit met de 'standstill'-clausule verzocht.

Wat het steunbeleid van de Gemeenschap betreft, is de Commissie niet van plan de bepalingen van de overeenkomst (die alle subsidies verbieden behalve sociale steun met betrekking tot sluitingen en steun voor onderzoek en ontwikkeling) toe te passen totdat de overeenkomst in werking treedt. De regels van Richtlijn 90/684/EEG betreffende de steunverlening aan de scheepsbouw (als verlengd bij Verordening (EG) nr. 2600 / 97 van de Raad van 19 december 1997 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 3094 / 95 betreffende de steunverlening aan de scheepsbouw ((PB L 351 van 23.12.1997. ))) blijven gelden tot 31 december 1998. De Commissie heeft ook een vervangende regeling voorgesteld ((COM(97) 469 def. )) voor het geval dat de OESO-Overeenkomst nog niet in werking treedt. Die voorstellen houden in dat productiesteun mag worden verleend tot 31 december 2000, wanneer de klemtoon wordt verlegd naar andere soorten steun die een grotere stimulans geven aan werven om hun concurrentievermogen aan te scherpen. Andere toegestane steunmaatregelen, zijn sluitings- en herstructureringssteun, regionale investeringssteun om bestaande installaties te verbeteren of te moderniseren, innovatiesteun, steun voor onderzoek en ontwikkeling en steun ten behoeve van het milieu.

Het productiesteunplafond is sinds 1993 op 9% gebleven, ondanks het feit dat de richtlijn een geleidelijke verlaging van het steunniveau beoogt. De meerderheid van de lidstaten heeft zich niet bereid getoond in te stemmen met een verhoging van het steunplafond. Bovendien zou dit niet alleen onverenigbaar zijn met de OESO-'standstill'-clausule, waarover de Raad te kennen heeft gegeven er grote waarde aan te hechten, maar ook niet te stroken zijn met de voorstellen van de Commissie die aansturen op een nieuwe regeling.