Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1339/98 van Allan MACARTNEY aan de Commissie. Verlies van marktaandeel in de sector toerisme

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1339/98 van Allan MACARTNEY aan de Commissie. Verlies van marktaandeel in de sector toerisme

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1339/98

van Allan Macartney (ARE) aan de Commissie

(29 april 1998)

Betreft: Verlies van marktaandeel in de sector toerisme

Weet de Commissie dat Europa wereldwijd marktaandeel verliest in de snelst groeiende sector, namelijk toerisme?

Welke initiatieven denkt de Commissie te nemen zodat meer aandacht gaat naar maatregelen om het toeristisch seizoen te verlengen - aantrekkelijke prijzen buiten het seizoen, meer steun voor gebieden met ernstige seizoengebonden problemen, alsook werkgelegenheidssteun voor de bijscholing van goed opgeleid personeel gedurende de wintermaanden?

Antwoord van de heer Papoutsis namens de Commissie

(15 juni 1998)

De Commissie is zich ervan bewust dat het aandeel van Europa op de wereldtoerismemarkt, uitgedrukt in internationale aankomsten en in door buitenlandse bezoekers gegenereerde ontvangsten, is geslonken. Zij erkent tevens het groeiende belang van het Europese toerisme in het kader van de internationale handel in diensten.

In 1996 heeft de Commissie bij de Raad een voorstel voor een meerjarenprogramma(1) ("Philoxenia") ingediend, dat de kwaliteit en het concurrentievermogen van het Europese toerisme moet stimuleren om de groei en de werkgelegenheid te bevorderen. Met de middelen waarin dit voorstel voorziet, zouden de problemen in verband met het seizoengevoelige karakter van het Europese toerisme efficiënter kunnen worden aangepakt. De gevolgen van de seizoengevoeligheid voor de werkgelegenheid en de opleiding zullen worden besproken door de Groep op hoog niveau voor toerisme en werkgelegenheid, die onlangs door de Commissie is ingesteld. Deze Groep zal de Commissie tegen oktober 1998 een verslag voorleggen en aanbevelingen doen.

Voorts wil de Commissie via structurele maatregelen steun verlenen aan de regio's die te sterk afhankelijk zijn van de seizoenschommelingen in het toerisme. Zij steunt de inspanningen om de economische bedrijvigheid in die regio's te diversifiëren, bijvoorbeeld via de promotie van het cultureel erfgoed en van kwaliteitsproducten die het hele jaar rond kunnen worden aangeboden, en stimuleert zo een alternatieve ontwikkeling van de economie.

(1) PB C 222 van 31.7.1996, en PB C 13 van 14.1.1997.