SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1519/98 van Thierry JEAN-PIERRE aan dee Raad. Aankoop D3 - lening
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1519/98 van Thierry JEAN-PIERRE aan dee Raad. Aankoop D3 - lening
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1519/98 van Thierry Jean-Pierre (I-EDN) aan de Raad (14 mei 1998)
Betreft: Aankoop D3 - lening
Het Bureau van het Europees Parlement heeft onlangs besloten zich te wenden tot de Société Espace Léopold (SEL, zelf een juridische constructie waarin Belgische en Franse banken hun belangen hebben ondergebracht) om namens het Europees Parlement leningen af te sluiten van 525 miljoen ecu en 7 miljard Belgische franken, die het mogelijk zouden maken van dezelfde SEL het gehele pand D3 te kopen.
1. Heeft de Raad, gezien zijn verantwoordelijkheden op dit punt, toestemming gegeven voor een dergelijke, nogal eigenaardige formule?
2. Is de Raad niet van mening dat, gezien de bedragen die op het spel staan en de ongebruikelijke formule die het Parlement heeft gekozen, het Gemeenschapsrecht op het punt van de openbare aanbestedingen nauwgezet dient te worden nageleefd en dat er een procedure voor de aankondiging van de openbare aanbesteding op gang zou moeten worden gebracht om niet alleen de belangen van de belastingbetaler te beschermen maar ook de naleving van de fundamentele concurrentievoorwaarden te waarborgen?
3. Heeft de Raad kennis genomen van het onderzoek dat door de juridische autoriteiten in Belgie wordt ingesteld naar corruptie bij de bouw van D3?
Gecombineerd Antwoord op de schritftelijke vragen E-1259/98 en E-1519/98 (13/14 juli 1998)
De door de Geachte Afgevaardigden aangestipte interinstitutionele besprekingen hebben geleid tot de conclusie dat terzake voor indirecte financiering kon worden gekozen.
Het staat het Europees Parlement, uit hoofde van zijn administratieve autonomie, overigens vrij om, met eerbiediging van de Verdragen tot oprichting van de Gemeenschappen, en met name van de financiële bepalingen daarvan, alsmede met inachtneming van de betrokken nationale wetgevingen, zelf uit te maken welke oplossing voor de aankoop van de eigen gebouwen het meest passend wordt geacht.
De Raad is niet in kennis gesteld van het in punt 3 van vraag E-1519/98 bedoelde onderzoek.