SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1586/98 van Umberto BOSSI aan dee Raad. Passieve overschotten in Italië
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1586/98 van Umberto BOSSI aan dee Raad. Passieve overschotten in Italië
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1586/98 van Umberto Bossi (NI) aan de Raad (25 mei 1998)
Betreft: Passieve overschotten in Italië
Door de Italiaanse Rekenkamer is onlangs een onderzoek ingesteld naar de passieve overschotten op de rekeningen van de Italiaanse overheid. Het is niet de eerste keer dat dit gebeurt, want in juli 1997 is bij de Europese Commissie al alarm geslagen over de bedragen die wel geboekt staan op de begroting van de Italiaanse staat, maar die niet worden besteed.
Het risico bestaat dat wanneer geboekte bedragen wegens bepaalde belemmeringen niet worden besteed, er een enorme hoeveelheid besteedbaar geld ontstaat, dat vroeg of laat toch besteed gaat worden waardoor de uitgaven van de Italiaanse staat buiten controle zouden raken. In 1996 zijn de passieve overschotten in Italië opgelopen tot een bedrag van 94.767 miljard lire, terwijl in 1997 dit alweer meer dan 160.000 miljard lire bedroeg, op een totaal van meer dan 250 miljard lire in twee jaar.
De indruk bestaat dat veel overschotten worden veroorzaakt door achterstand bij de boekhouding en dat andere begrotingsoverschotten bestemd zijn om projecten te financieren die nog niet van de grond zijn gekomen.
Kan de Raad meedelen welke Europese parameters bestaan die dit volgens hem mogelijk maken?
Vindt de Raad niet dat er in Italië wel erg veel passieve overschotten geboekt staan?
In het geval men van mening is dat de genoemde grenzen overschreden zijn, welke voorzorgsmaatregelen denkt de Raad te nemen?
Antwoord (20 juli 1998)
Bij beschikking van 1 mei 1998 heeft de Raad zijn eerdere beschikking betreffende het bestaan van een buitensporig tekort in Italië ingetrokken ((PB L 139 van 11.05.1998, blz. 15 )).
In die beschikking constateert de Raad dat het overheidstekort van Italië in 1997 is teruggedrongen tot 2,7% en dat voor 1998 een verdere daling tot 2,5% wordt verwacht. Bovendien heeft de Raad in deze beschikking nota genomen van het nieuwe programma voor de middellange termijn dat de Italiaanse regering onlangs aan het Italiaanse parlement heeft voorgelegd en dat voorziet in verdere terugdringing tot 1,5% voor het jaar 2000, en tot 1% voor het jaar 2001.
De Raad acht deze bereikte of geplande dalingen, in combinatie met de toezegging van de Italiaanse regering om op middellange termijn een primair begrotingsoverschot van circa 6% per jaar te handhaven, van wezenlijk belang voor het handhaven van de duurzame neerwaartse tendens van de schuldquote van de overheid.
Het is de taak van de Raad om de budgettaire ontwikkelingen in Italië, evenals in de overige landen die aan de gemeenschappelijke munt deelnemen, te volgen in het kader van de controle en de evaluatie van de stabiliteitsplannen die binnenkort door deze lidstaten zullen worden ingediend.