SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1975/98 van Kenneth COATES aan de Commissie. Discriminatie bij de collegegelden
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1975/98 van Kenneth COATES aan de Commissie. Discriminatie bij de collegegelden
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1975/98
van Kenneth Coates (GUE/NGL) aan de Commissie
(30 juni 1998)
Betreft: Discriminatie bij de collegegelden
De Britse autoriteiten willen collegegeld voor de volle vier jaar gaan heffen in Schotland voor studenten die uit Engeland, Wales en Noord-Ierland komen. Studenten uit Schotland en andere landen van de Europese Unie hoeven slechts over drie jaar collegegeld te betalen.
Is hier niet sprake van discriminatie en is dit niet in strijd met Europese richtlijnen, in het bijzonder die inzake vrij verkeer en de interne Europese markt?
Antwoord van de heer Monti namens de Commissie
(3 september 1998)
Volgens artikel 6 van het EG-Verdrag is elke discriminatie op grond van nationaliteit verboden.
Dit principe geldt ook voor het vrije verkeer van diensten; het is opgenomen in artikel 59 van het EG-Verdrag, dat niet alleen de aanbieders van diensten betreft maar tevens de ontvangende partijen.
De door het geachte parlementslid geschetste situatie betreft echter geen discriminatie op grond van artikel 59 van het EG-Verdrag. Studenten uit andere lidstaten die gebruik willen maken van onderwijsdiensten aan een Schotse universiteit worden namelijk niet gediscrimineerd ten opzichte van studenten uit het Verenigd Koninkrijk. Het verschil in behandeling tussen Schotse studenten en studenten uit andere regio's van het Verenigd Koninkrijk is een strikt binnenlandse aangelegenheid van het Verenigd Koninkrijk, waarop het communautaire recht niet van toepassing is.