Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2056/98 van Felipe CAMISÓN ASENSIO aan de Commissie. Hervormingsplannen voor Structuurfondsen

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2056/98 van Felipe CAMISÓN ASENSIO aan de Commissie. Hervormingsplannen voor Structuurfondsen

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2056/98

van Felipe Camisón Asensio (PPE) aan de Commissie

(7 juli 1998)

Betreft: Hervormingsplannen voor Structuurfondsen

Kan de Commissie meedelen:

1. of er hervormingen gepland zijn die de zaken eenvoudiger moeten maken en moeten leiden tot decentralisatie? Hoe?

2. Blijft de Commissie ook na het jaar 1999 vasthouden aan toepassing van het Cohesiefonds zonder af te wijken van de huidige procedure?

3. Wat het Europees Vooruitzicht voor ruimtelijke ontwikkeling betreft: moet deze toekomstige actie gefinancierd worden uit de Structuurfondsen?

Antwoord van mevrouw Wulf-Mathies namens de Commissie

(11 september 1998)

Vereenvoudiging en decentralisatie zijn twee van de belangrijkste doelstellingen van de reorganisatie van de activiteiten van de Structuurfondsen die door de Commissie is voorgesteld voor alle werkgebieden en uitvoeringsfases. De verantwoordelijkheden van alle bij deze activiteiten betrokken partners worden duidelijker, omdat ieders rol en verantwoordelijkheid scherper wordt vastgelegd. Op die manier kan het beheer van de Fondsen worden vereenvoudigd. Wat de programmering, het toezicht, de evaluatie en de controle betreft, is voortaan duidelijk vastgelegd wie waarvoor verantwoordelijk is, zodat de communicatie tussen de Commissie, de lidstaten, de regio's en de economische operatoren soepeler zal verlopen. De lidstaten krijgen de algemene verantwoordelijkheid voor de activiteiten van de Fondsen, en de details van de programmering worden voortaan op decentraal niveau ingevuld, dat wil zeggen dat de uitvoering, het financiële beheer, het toezicht en de evaluatie van dit deel van de programmering in eerste instantie de verantwoordelijkheid van de lidstaten is. Met name het financiële beheer wordt sterk vereenvoudigd. Terwijl het huidige systeem van vastleggingen en communautaire betalingen berust op een reeks opeenvolgende tranches, een aantal voorschotten en minimumniveaus van uitvoering als betalingsvoorwaarde, berust het voorgestelde systeem op één enkele automatische vastlegging van kredieten per jaar, één enkele betaling van een voorschot op het moment van goedkeuring van het programma, betaling in de vorm van een vergoeding achteraf van door de lidstaat gecertificeerde betalingen, en de betaling van een saldo. Een ander voor de marktdeelnemers belangrijk onderwerp, namelijk of een bepaalde uitgave al dan niet voor subsidie in aanmerking komt, wordt ook vereenvoudigd. Omdat in de huidige situatie niets is vastgelegd en omdat gebleken is dat regels nodig zijn (vgl. de 22 subsidiabiliteitsnotities die de Commissie in maart 1997 heeft goedgekeurd in het kader van SEM 2000), is bepaald dat voortaan de betrokken nationale regelgeving van toepassing is, behalve wanneer er op communautair niveau maatregelen moeten worden getroffen (bijvoorbeeld in geval van harmonisatie of een juridisch vacuüm). In dit laatste geval stelt de Commissie gemeenschappelijke regels vast.

Wat het Cohesiefonds betreft, heeft de Commissie voorgesteld dat de lidstaten waarvan het bruto binnenlands product (BBP) per hoofd van de bevolking kleiner is dan 90 % van het communautaire gemiddelde, daarvoor in aanmerking komen, ongeacht of ze aan de derde fase van de economische en monetaire unie deelnemen of niet.

In artikel 9, lid 4, van het voorstel voor een verordening houdende algemene bepalingen inzake de Structuurfondsen(1) is bepaald dat de Commissie richtsnoeren vaststelt, waarin voor elke doelstelling van de Structuurfondsen de communautaire prioriteiten worden aangegeven.

In deze richtsnoeren moet rekening worden gehouden met artikel 1 van het bovengenoemde voorstel voor een verordening, waarin wordt bepaald dat de Gemeenschap bij het nastreven van de doelstellingen van de Structuurfondsen bijdraagt tot de bevordering van een harmonieuze, evenwichtige en duurzame ontwikkeling van de economische bedrijvigheid. In deze richtsnoeren kunnen hiertoe enkele elementen uit het Europees Ruimtelijk Ontwikkelingsperspectief worden opgenomen.

De Commissie heeft verder voorgesteld één van de drie communautaire initiatieven te bestemmen voor grensoverschrijdende, transnationale en interregionale samenwerking, en daarmee bij te dragen aan het stimuleren van een evenwichtige ruimtelijke ordening van het Europese grondgebied. Tot slot kunnen op initiatief van de Commissie eventueel bepaalde studies of innoverende acties in verband met vraagstukken op het gebied van de ruimtelijke ordening worden gestart.

(1) PB C 176 van 9.6.1998.