SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2133/98 van Reino PAASILINNA aan de Commissie. Europese regelgeving op het gebied van psychologie en psychotherapie
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2133/98 van Reino PAASILINNA aan de Commissie. Europese regelgeving op het gebied van psychologie en psychotherapie
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2133/98
van Reino Paasilinna (PSE) aan de Commissie
(10 juli 1998)
Betreft: Europese regelgeving op het gebied van psychologie en psychotherapie
De nationale wetgeving van de Europese landen op het gebied van de psychologie en de psychotherapie heeft zich in de jaren '90 snel ontwikkeld. In steeds meer landen is het beroep van psycholoog en dat van psychotherapeut aan regels gebonden, zowel voor wat betreft het uitoefenen van het beroep zelf als het gebruik van de titel. De regelgeving en de controle op de naleving daarvan worden voldoende geacht voor het beschermen van de rechten van de patiënten en voor het waarborgen van de kwaliteit van de dienstverlening. Psychologen en psychotherapeuten dringen door tot de persoonlijke levenssfeer van hun patiënten en de problemen die ze behandelen zijn vaak zeer intiem.
De European Federation of Professional Psychologists' Associations (EFPPA) voert dit jaar (1998) een onderzoek uit naar de mogelijkheden voor het invoeren van een Europees diploma voor psychologen, teneinde een voldoende hoog niveau te waarborgen. De EFPPA bestaat uit nationale organisaties van psychologen uit 33 Europese landen.
Ook directoraat DG XV van de Commissie, dat zich bezighoudt met de interne markt, heeft een onderzoek uitgevoerd naar de positie van psychologen en psychotherapeuten in Europa. De resultaten van dit onderzoek zijn gepubliceerd in verslag XV/E/9926/95 - EN.
Binnen de sector doen geruchten de ronde en circuleert er informatie over de plannen van de Europese Unie voor het invoeren van regelgeving op het gebied van de psychotherapie. Indien deze plannen bestaan, moeten de voorbereidende werkzaamheden plaatsvinden in een open proces, waarbij wordt samengewerkt met de nationale autoriteiten verantwoordelijk voor sociale zorg en gezondheidszorg en met de Europese federatie van psychologen (EFPPA).
Zowel met het oog op de nationale besluitvorming als op de werkzaamheden van de Europese organisaties van psychologen zou ik het volgende willen vragen: is de Commissie bezig met het voorbereiden van onderzoek of regelgeving op het gebied van psychologie dan wel psychotherapie?
Antwoord van de heer Monti namens de Commissie
(2 oktober 1998)
De Commissie deelt het geachte parlementslid mee dat zij niet voornemens is een specifieke regeling voor het beroep van psycholoog en dat van psychotherapeut voor te stellen en dat er bij de Commissie geen voorbereidende werkzaamheden of studies terzake aan de gang zijn.
Volgens de opzet die gevolgd wordt door Richtlijn 89/48/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende een algemene stelsel van erkenning van hoger-onderwijsdiploma's waarmee beroepsopleidingen van ten minste drie jaar worden afgesloten(1) en Richtlijn 92/51/EEG van de Raad van 18 juni 1992 betreffende een tweede algemeen stelsel van erkenning van beroepsopleidingen, ter aanvulling van Richtlijn 89/48/EEG(2) is iedere lidstaat vrij om een bepaald beroep al dan niet te reglementeren alsook om het niveau en de inhoud van de voor de uitoefening van dit beroep vereiste opleiding vast te stellen. Deze richtlijnen zijn uitsluitend bedoeld om het wettelijk kader vast te leggen dat het vrije verkeer van de gereglementeerde beroepen binnen de Europese Economische Ruimte en de binnenmarkt mogelijk maakt en zijn uiteraard van toepassing op de beroepen van psycholoog en psychotherapeut wanneer deze beroepen in de ontvangende lidstaat zijn gereglementeerd. Sinds de goedkeuring van de hiervoor genoemde richtlijnen heeft de Commissie de mogelijkheid van nieuwe specifieke reglementeringen voor een bepaald beroep uiterst restrictief beoordeeld. Hierbij verwijst de Commissie het geachte parlementslid naar het antwoord dat zij gegeven heeft op schriftelijke vraag E-4094/93 van de heren Chiabrando en Pisoni(3). Wat het ontwerp van een Europees psychologendiploma betreft, dat in het kader van de Europese Federatie van Psychologen (EFPPA) wordt onderzocht, kan de Commissie alleen maar herhalen dat dergelijke initiatieven van Europese beroepsverenigingen een belangrijke rol kunnen spelen bij de toepassing van de "algemeen systeem"-richtlijnen door de lidstaten. Wat dit betreft verwijst de Commissie het geachte parlementslid naar de antwoorden op schriftelijke vraag E-3429/93 van de heer Rovsing(4) en meer in het bijzonder naar schriftelijke vraag E-1786/97 van mevrouw Oddy(5) waarin uiteengezet wordt welke reikwijdte en betekenis de Commissie aan dergelijke initiatieven toekent die beter bekend zijn onder de term "gemeenschappelijke platforms".
Bovendien wijst de Commissie erop dat document XV/E/9926/95, waarop het geachte parlementslid in zijn vraag doelt, niet een studie is maar gewoon een verzameling van de antwoorden van de lidstaten op een vragenlijst van de Commissie met betrekking tot de situatie van de beroepen psycholoog en psychotherapeut in de Gemeenschap. Deze vragenlijst is aan de groep coördinatoren toegezonden die de Commissie bijstaat bij het beheer van de "algemeen systeem"-richtlijnen en is louter ter informatie bedoeld.
(1) PB L 19 van 24.1.1989.
(2) PB L 209 van 24.7.1992.
(3) PB C 332 van 28.11.1994.
(4) PB C 268 van 26.9.1994.
(5) PB C 21 van 22.1.1998.