SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2135/98 van Daniela RASCHHOFER aan de Commissie. Huiszoekingen bij Oostenrijkse banken
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2135/98 van Daniela RASCHHOFER aan de Commissie. Huiszoekingen bij Oostenrijkse banken
SCHRIFTELIJKE VRAAG P-2135/98
van Daniela Raschhofer (NI) aan de Commissie
(30 juni 1998)
Betreft: Huiszoekingen bij Oostenrijkse banken
Blijkens een persmededeling van de Commissie van 23 juni 1998 (IP98/556) zijn bij vier Oostenrijkse banken onaangekondigde huiszoekingen verricht. Naar aanleiding daarvan de volgende vragen.
1. Welke persberichten waren van doorslaggevend belang voor de instelling van een onderzoek, welke concrete informatie bevatten deze berichten en hoe heeft het Directoraat-generaal hiervan kennis genomen?
2. Tussen het begin van de onderzoeksprocedure en de concrete doorzoekingen op 23 juni 1998 lag meer dan een jaar. Welke redenen hebben ertoe geleid dat de huiszoekingen pas op 23 juni jl. hebben plaatsgevonden?
3. Welke informatie bezit de Commissie over de leden en agenda's van de Lombard Club en over de plaatsen waar deze club actief is geweest?
4. Hoe verklaart de Commissie het feit dat een klacht van een Oostenrijkse partij niet voldoende is om een onderzoek in te stellen, maar dat de Commissie wel degelijk op grond van persberichten in actie komt?
5. Hoe wordt deze procedure verder aangepakt, en hoe lang zal het duren tot de procedure kan worden afgerond?
6. Hebben de betrokken banken op verzoek van de Commissie volledige informatie verstrekt of moet het feit dat de Commissie huiszoekingen heeft verricht, zodanig worden geïnterpreteerd dat de door de banken verstrekte informatie niet volledig was?
7. Zo ja, welke banken hebben volledige gegevens verstrekt; zo nee, welke banken hebben dit niet gedaan en welke redenen hebben zij daarvoor opgegeven?
8. Wie zijn de bestemmelingen van het verzoek om gebruik te maken van de Lombard-hotline, en hoe is gewaarborgd dat deze informatie ook werkelijk bij de gewenste bestemmelingen is aangekomen?
9. Hoeveel telefoontjes zijn inmiddels bij deze hotline binnengekomen, en hoe waardevol zijn de gegeven tips?
Antwoord van de heer Van Miert namens de Commissie
(3 augustus 1998)
Met betrekking tot punt 8 van de vraag van het geachte parlementslid bevestigt de Commissie dat de Lombard-hotline is opengesteld om informatie van derden te verkrijgen. Het in de persmededeling genoemde telefoonnummer is daarna in de Oostenrijkse media vermeld.
Wat de overige punten van de vraag betreft, zal het geachte parlementslid begrijpen dat de Commissie in beginsel niet kan ingaan op een lopende procedure.