SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2157/98 van Alexandros ALAVANOS aan de Commissie. Jarenlange vertraging bij de uitbetaling van pensioenen
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2157/98 van Alexandros ALAVANOS aan de Commissie. Jarenlange vertraging bij de uitbetaling van pensioenen
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2157/98
van Alexandros Alavanos (GUE/NGL) aan de Commissie
(13 juli 1998)
Betreft: Jarenlange vertraging bij de uitbetaling van pensioenen
Luidens berichten in de pers hebben bepaalde pensioenkassen in Griekenland een enorme achterstand wat de uitbetaling van pensioenen aan de rechthebbenden betreft. De pensioenkas voor metaalarbeiders bijvoorbeeld doet er na de indiening van de aanvraag zes jaar over om de rechthebbende een pensioen uit te keren. Artikel 24 van het Gemeenschapshandvest van de sociale grondrechten van de werkenden bepaalt nochtans expliciet dat elke werknemer in de Europese Unie bij zijn pensionering moet kunnen beschikken over de nodige middelen om een waardig bestaan te leiden. Verder wordt in artikel 5, lid 3, gesteld dat het inhouden van loon, loonbeslag of afstand van loon niet geoorloofd zijn, behalve wanneer de nationale wetgeving daarin voorziet.
Kan de Commissie meedelen welke maatregelen zij denkt te treffen om in deze situatie verandering te brengen? Op welke juridische middelen kan een verzekerde binnen de Europese Unie terugvallen om met onmiddellijke ingang de uitkering van zijn pensioen te bekomen? Vindt de Commissie dat de achterstallige pensioenen na verloop van zes jaar zonder rente kunnen worden uitgekeerd, mede gelet op de gemiddelde hoge inflatie in Griekenland?
Antwoord van de heer Flynn namens de Commissie
(11 september 1998)
Voor de organisatie, de werkwijze, alsmede de vaststelling en de uitbetaling van pensioenen zijn de lidstaten bevoegd.
De enige verbindende communautaire voorschriften die in het kader van de pensioenregelingen van invloed kunnen zijn, zijn de verordeningen betreffende de sociale zekerheid van migrerende werknemers(1) en de richtlijnen inzake gelijke behandeling van vrouwen en mannen(2).
Aangezien deze normen in het onderhavige geval niet in het geding zijn, moet de vertraging bij de uitbetaling van pensioenen aan de hand van het nationale recht worden onderzocht. De Commissie kan in deze interne aangelegenheid niet ingrijpen.
Bovendien zij erop gewezen dat het door de geachte afgevaardigde genoemde Gemeenschapshandvest van de sociale grondrechten niet verbindend is.
(1) Verordeningen (EEG) 1408/71 en 574/72. De bijgewerkte versie van deze verordeningen is verschenen in PB L 28 van 30.1.1997.
(2) Richtlijnen 79/7/EEG (PB L 6 van 10.1.1979), 86/378/EEG (PB L 225 van 12.8.1986) en 96/97/EG (PB L 46 van 17.2.1997).