Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2193/98 van Fernand HERMAN aan de Commissie. Communautaire invoer van olijfolie uit Tunesië

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2193/98 van Fernand HERMAN aan de Commissie. Communautaire invoer van olijfolie uit Tunesië

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2193/98

van Fernand Herman (PPE) aan de Commissie

(14 juli 1998)

Betreft: Communautaire invoer van olijfolie uit Tunesië

Kan de Commissie mededelen of het door de Gemeenschap voor Tunesië op 46.000 ton vastgestelde contingent voor de invoer van olijfolie uitsluitend is gereserveerd voor het Tunesisch Nationaal Bureau voor olijfolie?

Zo ja, op grond van welk akkoord of beginsel worden de Tunesische olijfolieproducenten daarvan uitgesloten?

De Gemeenschap heeft namelijk een prohibitief invoerrecht ingesteld voor de verkoop van olijfolie van buiten de Gemeenschap op de communautaire markt, dat echter niet geldt voor hoeveelheden die binnen het contingent vallen. Dit contingent zou echter moeten worden opengesteld voor alle Tunesische producenten en/of alle Europese kopers en niet uitsluitend voor het Tunesisch Nationaal Bureau voor olijfolie.

Is de Gemeenschap voornemens het stelsel van invoercontingenten voor olijfolie op te heffen en, zo ja, binnen welke termijn?

Antwoord van de heer Fischler namens de Commissie

(16 september 1998)

In de Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten enerzijds en de Republiek Tunesië anderzijds(1), zijn behalve de bepaling betreffende de invoer van een contingent van 46.000 ton olijfolie met verlaagd recht ook bepalingen op het gebied van de concurrentie en andere economische bepalingen opgenomen.

Met name in artikel 37 van de overeenkomst is bepaald: De lidstaten en Tunesië passen [.....] alle staatsmonopolies van commerciële aard geleidelijk aan, in dier voege dat tegen het einde van het vijfde jaar volgende op de inwerkingtreding van deze overeenkomst er tussen onderdanen van de lidstaten en van Tunesië geen discriminatie meer bestaat wat de voorwaarden voor de voorziening met en de afzet van goederen betreft. De overeenkomst is op 1 mei 1998 in werking getreden. Het Nationaal Bureau voor olijfolie is één van de instanties die binnen de werkingssfeer van dit artikel valt.

Wat de eventuele afschaffing van het stelsel van contingenten betreft, is het zo dat het momenteel niet in de bedoeling van de Gemeenschap ligt om dit stelsel - dat, in het geval van olijfolie, correspondeert met de traditionele handelsstromen tussen de Gemeenschap en Tunesië - ter discussie te stellen.

(1) PB L 97 van 30.3.1998.