Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2287/98 van Jaak VANDEMEULEBROUCKE aan de Commissie. Bilateraal handels-, ontwikkelings- en samenwerkingsakkoord tussen de Europese Unie en de Republiek Zuid-Afrika

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2287/98 van Jaak VANDEMEULEBROUCKE aan de Commissie. Bilateraal handels-, ontwikkelings- en samenwerkingsakkoord tussen de Europese Unie en de Republiek Zuid-Afrika

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2287/98

van Jaak Vandemeulebroucke (ARE) aan de Commissie

(22 juli 1998)

Betreft: Bilateraal handels-, ontwikkelings- en samenwerkingsakkoord tussen de Europese Unie en de Republiek Zuid-Afrika

Eind april 1997 werd de Republiek Zuid-Afrika het eenenzeventigste lid van de Lomé-overeenkomst. Daarnaast onderhandelen de Europese Unie en de Zuid-Afrikaanse regering echter ook over een bilateraal handels-, ontwikkelings- en samenwerkingsakkoord. Alle besprekingen hierover zullen normaliter midden 1998 worden afgerond. De nieuwe overeenkomst zal het GATT-voorkeurstelsel (SAP) dat sinds 1994 lagere invoertarieven voorziet voor bepaalde Zuid-Afrikaanse producten, vervangen door een asymmetrische vrijhandelszone met de Europese Unie.

Graag had ik van de Commissie antwoorden gekregen op de volgende vragen:

1. Welke Zuid-Afrikaanse producten zijn momenteel onderhevig aan tarifaire of andere heffingen van de Europese Unie?

2. Welke Zuid-Afrikaanse producten zullen na het bilaterale handels-, ontwikkelings- en samenwerkingsakkoord nog onderhevig zijn aan tarifaire of andere heffingen van de Europese Unie?

3. Welke producten uit de Europese Unie zijn momenteel onderhevig aan tarifaire of andere heffingen van de Zuid-Afrikaanse Republiek?

4. Welke producten uit de Europese Unie zullen na het bilateraal handels-, ontwikkelings- en samenwerkingsakkoord nog onderhevig zijn aan tarifaire of andere heffingen van de Zuid-Afrikaanse Republiek?

5. Hoever zijn de besprekingen over het bilaterale handels-, ontwikkelings- en samenwerkingsakkoord tussen de Europese Unie en de Zuid-Afrikaanse Republiek gevorderd?

6. Hoeveel overlegrondes (met wie, waar, wanneer en waarover) hebben er sinds de start van de bilaterale onderhandelingen plaatsgehad?

7. Wanneer is de slotbespreking van het bilaterale handels-, ontwikkelings- en samenwerkingsakkoord gepland (met wie en waar)?

8. Welke zijn, volgens de "zeer algemene studie" van de Europese Commissie, de economische gevolgen van het vrijhandelsakkoord voor de regio zuidelijk Afrika?

9. Over welke a) principes, b) maatregelen, c) tariefovereenkomsten en d) productlijsten is reeds overeenstemming bereikt?

10. Over welke a) principes, b) maatregelen, c) tariefovereenkomsten en d) productlijsten is nog geen overeenstemming bereikt, waarom en wie heeft voorbehoud gemaakt bij de respectieve knelpunten?

11. Mag de Zuid-Afrikaanse Republiek na de goedkeuring van het akkoord invoertarieven heffen op gesubsidieerde landbouwproducten van de Europese Unie om de ontwrichting van de landbouwsector in zuidelijk Afrika te vermijden of te compenseren? Zo neen, waarom niet?

12. Mag de Europese Unie na de goedkeuring van het akkoord invoertarieven heffen op a) landbouwproducten, b) steenkool en c) staal ingevoerd uit de Zuid-Afrikaanse Republiek? Zo ja, waarom en op vraag van welke lidstaten?

Antwoord van de heer Pinheiro Namens de Commissie

(22 september 1998)

1. Voor de uitvoer van Zuid-Afrika naar de Gemeenschap gelden thans de meestbegunstigingsclausule of ook, waar van toepassing, het Algemeen Preferentiestelsel (SAP).

2. De vrijhandelszone zal tegen het einde van het overgangstijdvak, ten minste naar de stand van vandaag, voor 95 % van alle uitvoer van Zuid-Afrika naar de Gemeenschap, algehele rechtenvrije toegang bieden. De overblijvende 5 % heeft alleen betrekking op landbouwproducten.

3. De huidige uitvoer van de Gemeenschap naar Zuid-Afrika heeft meestbegunstigings-status.

4. De vrijhandelszone zal, ten minste naar de stand van vandaag, tegen het einde van het overgangstijdvak een algehele rechtenvrije toegang bieden voor 85 % van alle EG-uitvoer naar Zuid-Afrika. De overblijvende 15 % heeft voornamelijk op industrieproducten betrekking.

5. De besprekingen zijn in de eindfase gekomen, de EG-onderhandelaars worden geleid door "de vastbeslotenheid van de Unie om de onderhandelingen uiterlijk in het najaar 1998 succesvol af te sluiten", zoals dit in de Europese Raad van Cardiff van juni 1998 is gesteld.

6. Sedert de aanvang van de onderhandelingen in juni 1995 hebben de Commissie en haar Zuid-Afrikaanse gesprekspartners 20 overlegronden doorlopen, met betrekking tot het gehele gamma aan onderwerpen die door de beoogde overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking worden bestreken.

7. De 21e en, naar het zich laat hopen laatste, ronde is gepland voor 16 tot en met 18 september 1998 te Brussel.

8. De Commissie gaat ervan uit dat de beoogde overeenkomst een gunstige en dynamische economische uitwerking zal hebben op zowel Zuid-Afrika als op de andere landen in de regio.

9. Een overeenkomst op ad-referendumbasis is bereikt over de voornaamste beginselen en over het merendeel van de maatregelen en ontwerp-artikelen van de beoogde overeenkomst.

10. Nog geen ad-referendumovereenkomst is bereikt kunnen worden over enkele maatregelen, over de afdeling handel en de productenlijsten die in bijlage bij de overeenkomst zijn opgenomen, als gevolg van de nog niet overbrugde verschillen tussen vraag en aanbod aan beide zijdenn.

11. Wel is er een ad-referendumovereenkomst bereikt over een algemene vrijwaringsclausule, een vrijwaringsclausule inzake landbouw en een regionale vrijwaringsclausule (met betrekking tot de Zuid-Afrikaanse douane-unie), waardoor Zuid-Afrika onder buitengewone omstandigheden maatregelen mag nemen om verstoringen op de binnenlandse markt te corrigeren als gevolg van de invoer van uit de Gemeenschap afkomstige producten, recht te zetten.

12. De algemene vrijwaringsclausule, de vrijwaringsclausule landbouw en een andere regionale vrijwaringsclausule (aangaande Réunion), kan door de Gemeenschap van haar kant worden ingeroepen, in die gevallen waarin de invoer van oorsprong uit Zuid-Afrika op de markt van de Gemeenschap ernstige verstoringen zou veroorzaken.