Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2504/98 van Astrid LULLING aan de Commissie. Interne markt en exclusieve distributiecontracten

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2504/98 van Astrid LULLING aan de Commissie. Interne markt en exclusieve distributiecontracten

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2504/98

van Astrid Lulling (PPE) aan de Commissie

(30 juli 1998)

Betreft: Interne markt en exclusieve distributiecontracten

Met het argument dat het Groothertogdom Luxemburg te klein is worden Luxemburgse kleinhandelaars nog steeds verplicht zich te bevoorraden bij Belgische leveranciers die exclusieve distributiecontracten voor België en het Groothertogdom hebben afgesloten.

In bepaalde gevallen gebeurt de "fysieke" levering van de producten aan de Luxemburgse kleinhandelaar rechtstreeks door de producent of de groothandelaar die niet in België gevestigd is, terwijl de "boekhoudkundige" levering via de Belgische tussenpersoon gaat, waardoor de oorspronkelijke prijs wordt verhoogd met een commissie die varieert van 15 tot 40 %.

Acht de Commissie dit systeem, dat ertoe leidt dat de prijs die de Luxemburgse kleinhandelaar voor een product betaalt vaak hoger ligt dan de consumptieprijs in de omliggende regio's, in overeenstemming met de beginselen van de interne markt en de eerlijke concurrentie?

Welke maatregelen zou de Commissie kunnen nemen om ervoor te zorgen dat de Luxemburgse kleinhandelaars zich kunnen bevoorraden in het land van hun keuze waar distributienetwerken voor het betrokken product bestaan, en aldus kunnen ontsnappen aan netwerken die de situatie misbruiken?

Antwoord van de heer Van Miert namens de Commissie

(6 november 1998)

Op grond van Verordening (EEG) 1983/83 van de Commissie van 22 juni 1983 betreffende de toepassing van artikel 85, lid 3, van het Verdrag op groepen alleenverkoop-overeenkomsten(1), worden de bepalingen van artikel 85, lid 1 van het EG-Verdrag, overeenkomstig lid 3 van dat artikel, buiten toepassing verklaard voor alleenverkoop-overeenkomsten, d.w.z. overeenkomsten waarbij de ene contractpartij zich er tegenover de andere toe verbindt om bepaalde producten uitsluitend aan haar te leveren met het oog op wederverkoop op de gehele gemeenschappelijke markt of binnen een afbakend gebied daarvan. Het is dus niet strijdig met de communautaire mededingingsregels om de wederverkoop van bepaalde producten in een bepaald gedeelte van het grondgebied van de gemeenschappelijke markt - zoals bijvoorbeeld het Belgisch-Luxemburgse grondgebied - voor te behouden aan een enkele distributeur.

In dezelfde verordening is evenwel bepaald dat deze groepsvrijstelling niet van toepassing is wanneer het voor nevenimporteurs niet mogelijk is de contractproducten af te zetten in het aan de alleenverkoper toegewezen gebied of wanneer op dit grondgebied gevestigde gebruikers of tussenhandelaren wordt verhinderd contractproducten te betrekken bij buiten het contractgebied gevestigde ondernemingen die gunstiger voorwaarden aanbieden.

(1) PB L 173 van 30.6.1983.