Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2653/98 van Friedhelm FRISCHENSCHLAGER aan dee Raad. EU-drugsbeleid

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2653/98 van Friedhelm FRISCHENSCHLAGER aan dee Raad. EU-drugsbeleid

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2653/98

van Friedhelm Frischenschlager (ELDR) aan de Raad

(1 september 1998)

Betreft: EU-drugsbeleid

De discussie over het toekomstige EU-drugsbeleid zal ook onder het Oostenrijkse voorzitterschap van de Raad worden voortgezet, waarbij onder meer ook een conferentie in herfst van dit jaar in Wenen zal worden gehouden. De archaïsch lijkende law-and-order-aanpak, die gekenmerkt wordt door uitsluitend strafrechtelijke, politiële en militaire drugsbestrijdingsmaatregelen, ook bij softdrugs, lijkt steeds meer plaats te maken voor een modern, op het probleem gericht beleid.

Wat zijn de kernelementen van de hervorming op het gebied van het drugsbeleid, die het voorzitterschap van de Raad van de EU in het tweede halfjaar zal voorstellen? Zal het voorzitterschap van de Raad - wat de de facto gedoging van het verbruik van softdrugs betreft - op grond van de in Oostenrijk, Nederland enz. opgedane positieve ervaringen de EU-partnerlanden een dergelijk beleid voorstellen? Zullen deze voorstellen ook neerkomen op een uit de criminele sfeer trekken van het gebruik van softdrugs, dat in veel gevallen wordt beschouwd als de vereiste voorwaarde voor therapeutische maatregelen ten behoeve van drugsverslaafden?

Zullen in verband met harddrugs in het licht van de positieve ervaringen in Zwitserland en andere landen voorstellen in verband met de verstrekking van dergelijke drugs, respectievelijk van drugsvervangers onder medisch toezicht voor therapeutische doeleinden deel van de te ontwikkelen drugsstrategie van de EU uitmaken?

Welke concrete politiemaatregelen zal het voorzitterschap voorstellen om de georganiseerde drugshandel en de daarmee verband houdende internationale criminaliteit te bestrijden? Werd reeds tot maatregelen in dit verband besloten, of, wat nog belangrijker zou zijn, werden deze ook in de praktijk gebracht?

Erkent het voorzitterschap het met het ontwikkelingsproces verband houdende aspect van het drugsprobleem (armoede in de landen waar drugs worden verbouwd, geen toegang tot de markt voor alternatieve producten), en zal het dienovereenkomstige voorstellen op het gebied van de ontwikkelingssamenwerking en ook op het gebied van de regelingen voor de buitenlandse handel formuleren?

Antwoord

(18/19 januari 1999)

De werkzaamheden van de Raad inzake drugs onder het Oostenrijks Voorzitterschap waren vooral een uitvloeisel van de verbintenissen die tijdens de speciale zitting van de algemene vergadering van de Verenigde Naties van 8 tot en met 10 juni 1998 in New York zijn aangegaan. Op basis daarvan heeft het Oostenrijkse Voorzitterschap een activiteiten- programma ontwikkeld waarin het accent wordt gelegd op een integrale aanpak die gericht is op een evenwichtige vermindering van vraag en aanbod.

Bovendien is de nadruk gelegd op de vaststelling en nadere onderschrijving van regionale samenwerkingstrategieën voor Latijns-Amerika respectievelijk Midden-Azië.

Ook is prioriteit gegeven aan de implementatie van twee in 1996 en 1997 vastgestelde instrumenten, namelijk het gemeenschappelijk optreden inzake de harmonisatie van de wetgevingen en praktijken alsmede het gemeenschappelijk optreden inzake synthetische drugs.

Ten aanzien van de specifieke vragen van het geachte parlementslid zij het volgende vermeld:

- de Raad heeft geen voorstellen besproken in verband met de verstrekking, onder medisch toezicht, van harddrugs of drugsvervangers voor therapeutische doeleinden;

- de inwerkingtreding van het Europolverdrag op 1 oktober 1998 en de op handen zijnde aanvang van de werkzaamheden van Europol zullen een nieuwe dimensie geven aan de bestrijding van de internationale handel in verdovende middelen en de daarmee verband houdende internationale criminaliteit;

- zoals het geachte parlementslid benadrukt houdt het drugsprobleem gedeeltelijk verband met het ontwikkelingsbeleid, en daarom heeft het een centrale plaats gekregen in de desbetreffende activiteiten van het actieplan voor Latijns-Amerika.