Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2663/98 van Francis DECOURRIERE aan de Commissie. Het Med-Media-programma

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2663/98 van Francis DECOURRIERE aan de Commissie. Het Med-Media-programma

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-2663/98

van Francis Decourrière (PPE) aan de Commissie

(31 juli 1998)

Betreft: Het Med-Media-programma

Nu de Commissie de middelen ten behoeve van de Med-Media-maatregelen geblokkeerd heeft, zijn een groot aantal promotoren van projecten en bepaalde co-producties van bioscoopfilms in ernstige moeilijkheden geraakt. De Commissie is overigens reeds in kennis gesteld van de problemen waarmee deze filmproducenten te kampen hebben doordat de middelen niet worden uitbetaald.

De Commissie heeft verklaard dat veel maatschappijen op eigen risico hebben besloten de filmprojecten uit te voeren, hoewel zij op de hoogte waren van de juridische context waarbinnen de Commissie te werk gaat. Het draaien van een film is evenwel een zaak die lang van tevoren moet worden gepland. Is het daarom niet mogelijk een uitzondering te maken of een compromis te vinden, om te voorkomen dat sommige maatschappijen failliet gaan?

Antwoord van de heer Marín namens de Commissie

(28 september 1998)

De Commissie heeft op 22 april 1998 besloten de programma's voor gedecentraliseerde samenwerking in het Middellandse-Zeegebied weer op gang te brengen, onder de voorwaarden zoals deze zijn vastgesteld na de diepgaande discussies met het Parlement.

In zijn resolutie van juli 1997 heeft het Parlement met name de wens uitgesproken dat het programma Med-Media zich zal beperken tot opleidingsmaatregelen.

De Commissie blijft in dit verband, zoals zij dit reeds heeft laten weten, gevoelig voor de moeilijkheden waarvoor bepaalde productiebedrijven staan. Zij blijft er evenwel aan herinneren dat de keuze van de betrokken projecten is geschied op basis van medefinanciering, die voor wat haar betreft niet ten uitvoer is gelegd, omdat er met de projectcoördinatoren geen contractuele verbintenissen zijn aangegaan.

Zij hoopt tenslotte dat de recente levering van het regionale Euro-mediterrane programma inzake de audiovisuele media het mogelijk zal maken in zekere zin tegemoet te komen aan de verwachtingen van deze beroepsgroep.