Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2684/98 van Gerhard HAGER aan de Commissie. Inwerkingtreding van de Europol-overeenkomst

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2684/98 van Gerhard HAGER aan de Commissie. Inwerkingtreding van de Europol-overeenkomst

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2684/98

van Gerhard Hager (NI) aan de Commissie

(1 september 1998)

Betreft: Inwerkingtreding van de Europol-overeenkomst

Er wordt verwacht dat de start van de Europol-activiteiten een belangrijke impuls aan met name de bestrijding van de georganiseerde criminaliteit zal geven. Het is de bedoeling dat Europol bij de strijd tegen de grensoverschrijdende criminaliteit een centrale rol gaat vervullen. Voor de inwerkingtreding van de overeenkomst moeten evenwel nog talrijke vraagstukken worden behandeld.

1. Wanneer zal de overeenkomst naar verwachting in werking treden?

2. Wanneer zullen de organen definitief zijn bezet en met hun werkzaamheden kunnen beginnen?

3. Welke maatregelen zijn er tot dusver getroffen om de verplichtingen van de toepassingsmaatregelen overeenkomstig art. 45, lid 4, van de Europol-overeenkomst na te komen en binnen welke termijn moeten er nog verdere maatregelen worden genomen?

Antwoord van mevrouw Gradin namens de Commissie

(30 september 1998)

1. De Europol-Overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de maand die volgt op een periode van drie maanden nadat de laatste akte van toetreding is neergelegd (artikel 45, lid 3). België heeft deze handeling in juni 1998 als laatste toetredende Staat verricht. Bijgevolg zal de Overeenkomst op 1 oktober 1998 in werking treden.

2. De organen van Europol zijn de Raad van Bestuur, de directeur, de financieel controleur en het financieel comité (artikel 27). Krachtens een besluit van de Raad ("Justitie en Binnenlandse Zaken") van december 1997 zullen de vroegere coördinatoren van de Europol-drugseenheid hun functie na de inwerkingtreding van de Overeenkomst nog maximaal zes maanden blijven uitoefenen, gedurende welke periode zij als directeur of adjunct-directeur ad interim van Europol worden aangesteld. Bijgevolg kan er vanuit worden gegaan dat eind maart 1999 een directeur zal worden benoemd. Op grond van artikel 28, lid 1, punt 17, wordt de financieel controleur door de Raad van Bestuur benoemd. Artikel 35, lid 8, bepaalt dat het begrotingscomité is samengesteld uit "een met begrotingszaken vertrouwde vertegenwoordiger" van elke lidstaat. Deze vertegenwoordigers zullen naar verwachting binnenkort worden benoemd.

3. Overeenkomstig artikel 45, lid 4, van de Europol-Overeenkomst vangt Europol zijn werkzaamheden niet eerder aan dan na de inwerkingtreding van alle besluiten die betrekking hebben op de volgende kwesties:

- rechten en verplichtingen van de verbindingsofficieren - artikel 5, lid 7; uitvoeringsbepalingen voor gegevensbestanden - artikel 10, lid 1; statuut voor het personeel - artikel 30, lid 3; regels inzake geheimhouding - artikel 31, lid 1; en het financieel reglement - artikel 35, lid 9. Deze besluiten werden door de Raad "in de wachtkamer geplaatst" in afwachting van de inwerkingtreding van de Overeenkomst, maar behoeven op dit moment enkel nog formele goedkeuring;

- protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van Europol, de leden van zijn organen, zijn adjunct-directeuren en zijn personeelsleden (artikel 41, lid 1). Dit protocol werd in juni 1997 door de Raad goedgekeurd en zal in werking treden op de eerste dag van de tweede maand nadat de laatste lidstaat zijn akte van toetreding bij de depositaris heeft nedergelegd. Aangezien de laatste nederlegging in oktober zal plaatsvinden, zal het protocol naar verwachting op 1 december in werking treden;

- protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de verbindingsofficieren en de leden van hun familie (artikel 41, lid 2). Een door Nederland uitgewerkt ontwerp werd in februari 1998 naar de lidstaten gezonden en is nog altijd voorwerp van discussie;

- zetelovereenkomst (artikel 37). Deze overeenkomst moet met eenparigheid van stemmen door de Raad van Bestuur worden goedgekeurd;

- reglement van orde van het gemeenschappelijk controle-orgaan (artikel 24, lid 7). Het ontwerpreglement dat thans door het gemeenschappelijk controle-orgaan wordt bestudeerd, moet met eenparigheid van stemmen door dit orgaan worden goedgekeurd, voordat het ter goedkeuring met eenparigheid van stemmen aan de Raad wordt voorgelegd.