Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2716/98 van Leonie van BLADEL aan dee Raad. Dreigend verbod Egyptische vredesbeweging

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2716/98 van Leonie van BLADEL aan dee Raad. Dreigend verbod Egyptische vredesbeweging

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2716/98

van Leonie van Bladel (UPE) aan de Raad

(1 september 1998)

Betreft: Dreigend verbod Egyptische vredesbeweging

1. Is de Raad ervan op de hoogte dat er een Egyptische vredesbeweging bestaat?

2. Heeft de Raad kennis genomen van de jongste ontwikkeling dat de Egyptische vredesbeweging samen met de Vrede Nu Beweging uit Israël een gezamenlijke verklaring heeft uitgegeven met betrekking tot het vredesproces in het Midden-Oosten, en dat dit tot felle protesten in Egypte heeft geleid?

3. Is de Raad bereid om tijdens de onderhandelingen met Egypte in het kader van de Euromediterrane akkoorden te bespreken dat het bestaan van de Egyptische vredesbeweging op geen enkele wijze in gevaar mag worden gebracht?

4. Wil de Raad overwegen om de Egyptische vredesbeweging uit de budgetlijnen ter ondersteuning van de mensenrechten en/of de ontwikkeling van de burgerlijke samenleving in de regio financieel te ondersteunen?

Antwoord

(18/19 januari 1999)

Het is de Raad bekend dat er verscheidene Egyptische NGO's zijn die het vredesproces in het Midden-Oosten steunen.

Men moet voor ogen houden dat Egypte, evenals Jordanië, behoort tot de weinige Arabische landen die een vredesovereenkomst met Israël hebben gesloten en dat de Egyptische regering nog steeds actief is bij de bevordering van het vredesproces.

Het is de bedoeling dat de associatieovereenkomst met Egypte, waarover thans wordt onderhandeld, een clausule bevat die betrekking heeft op de naleving van de mensenrechten en van de democratische beginselen, alsmede een clausule van niet-nakoming, waarin bepaald wordt dat één van beide partijen, in geval van bijzondere urgentie, zonder voorafgaand overleg de maatregelen kan treffen die geboden zijn, indien zij van mening is dat de andere partij niet aan haar verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst heeft voldaan.

Daarnaast zal de Europese Unie de dialoog met Egypte op bilateraal niveau voortzetten en in het kader daarvan kunnen individuele gevallen, zo nodig, aan de orde worden gesteld, evenals in het kader van het proces van Barcelona.

Aangezien Egypte een volwaardige en actieve deelnemer is aan het proces van Barcelona en het land de beginselen die vervat zijn in de Verklaring van Barcelona heeft onderschreven, zal de Raad nauwlettend toezien op de door Egypte genomen maatregelen om de diversiteit en het pluralisme in zijn samenleving te waarborgen, mede door het toestaan van legale activiteiten van opiniegroepen.

In het derde deel van de Verklaring van Barcelona wordt de essentiële bijdrage erkend van de civiele samenleving tot de ontwikkeling van het Europees-mediterrane partnerschap en tot de bevordering van meer begrip tussen de volkeren in de regio. Voor activiteiten op dit gebied kan in het kader van de MEDA-verordening, onder voorbehoud van bepaalde procedures van de Europese Gemeenschap, geld worden uitgetrokken wanneer daartoe een specifiek voorstel wordt ingediend.