Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3076/98 van Gianni TAMINO aan de Commissie. Naleving van veiligheidsvoorschriften bij het verbouwen van transgene maïs en soja te Maccarese (Rome)

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3076/98 van Gianni TAMINO aan de Commissie. Naleving van veiligheidsvoorschriften bij het verbouwen van transgene maïs en soja te Maccarese (Rome)

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3076/98

van Gianni Tamino (V) aan de Commissie

(9 oktober 1998)

Betreft: Naleving van veiligheidsvoorschriften bij het verbouwen van transgene maïs en soja te Maccarese (Rome)

Richtlijn 90/220(1) bevat een reeks criteria om de milieu- en gezondheidsrisico's die aan het verbouwen van genetisch gemodificeerde organismen verbonden zijn, in te perken; volgens informatie waarover de vraagsteller beschikt zou het landbouwbedrijf Azienda Agricola Sogea SpA te Maccarese (Rome), dat eigendom is van Monsanto SpA en een vergunning heeft voor het verbouwen van genetisch gemodificeerde maïs of soja, geen maatregelen hebben genomen om de aard van de experimenten vast te stellen; bovendien zou er op veel minder dan de in richtlijn 90/220 voorgeschreven afstand van 200 meter een landbouwterrein zijn gelegen waar vermoedelijk op traditionele wijze wordt verbouwd.

Het gevaar dat door genetische manipulatie ontstane kenmerken overgaan op genetisch gezien nabije plantensoorten of gelijksoortige, maar op traditionele wijze verbouwde gewassen is, zoals bekend, niet denkbeeldig. Kan de Commissie nagaan of bij de verbouwing van genetisch gemodificeerde maïs en soja te Maccarese de veiligheidscriteria van richtlijn 90/220 in acht worden genomen?

Antwoord van mevrouw Bjerregaard namens de Commissie

(27 november 1998)

In Richtlijn 90/220/EEG van de Raad van 23 april 1990 inzake de doelbewuste introductie van genetisch gemodificeerde organismen in het milieu(2) wordt in de artikelen 5 tot en met 9 (Deel B van de richtlijn) de regeling voor de doelbewuste introductie van GGO's voor onderzoeks- en ontwikkelingsdoeleinden omschreven. De tenuitvoerlegging van deze regeling valt onder de verantwoordelijkheid van de nationale autoriteiten.

Volgens de door de Italiaanse autoriteiten verstrekte informatie zijn de kennisgevingen voor voornoemde doelbewuste introducties door het Italiaanse comité voor biotechnologie onderzocht en is dit comité tot de conclusie gekomen dat zij in overeenstemming zijn met de bepalingen van de richtlijn. Er werd geoordeeld dat er voldoende maatregelen waren voorgesteld voor het beheersen van de risico's. Met name voor de transgene maïs zijn maatregelen gepland om de kans op hybridisering met andere maïsplanten te verminderen. Deze maatregelen omvatten de inachtneming van een veiligheidsafstand van 200 meter ten opzichte van andere geteelde maïs of de ontpluiming van de GGO's. Als aanvullende veiligheidsmaatregel zijn zes rijen traditionele maïs, die na de oogst zullen worden vernietigd, als stuifmeelval rond het proefveld aangeplant.

Voor de proef met transgene soja zijn vergelijkbare maatregelen genomen. Er zijn bufferrijen met niet-transgene soja geplant, maar wegens de geringe mate van kruisbestuiving bedraagt de veiligheidsafstand hier slechts 10 meter.

De Italiaanse autoriteiten hebben de Commissie medegedeeld dat zij regelmatige inspecties van introducties in het kader van Deel B van de richtlijn organiseren om erop toe te zien dat de aan de toestemming verbonden voorwaarden worden nageleefd.

(1) PB L 117 van 8.5.1990, blz. 15.

(2) PB L 117 van 8.5.1990.