Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3376/98 van Anneli HULTHÉN Veiligheidseisen voor speeltuinen

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3376/98 van Anneli HULTHÉN Veiligheidseisen voor speeltuinen

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3376/98

van Anneli Hulthén (PSE) aan de Commissie

(17 november 1998)

Betreft: Veiligheidseisen voor speeltuinen

Ieder jaar lopen duizenden kinderen letsel op bij het spelen in speeltuinen die niet aan de veiligheidseisen voldoen. In Zweden, waar de regels op dit gebied overigens tot de strengste in de EU behoren, blijkt uit rapporten dat 7 % van het totale aantal ongevallen onder kinderen tot twaalf jaar in slecht geplande en slecht onderhouden speeltuinen gebeurt. Momenteel wordt aan nieuwe Europese normen gewerkt. Hoe denkt de Commissie erop toe te zien dat de komende veiligheidsvoorschriften in acht worden genomen?

Antwoord van mevrouw Bonino namens de Commissie

(11 januari 1999)

De Commissie is zich bewust van bepaalde veiligheidsproblemen met de uitrusting van speeltuinen. De uitrusting van speeltuinen valt onder de algemene veiligheidsvoorschriften van Richtlijn 92/59/EEG inzake algemene productveiligheid(1). Die richtlijn houdt in dat de uitrusting van speeltuinen veilig moet zijn en bepaalt dat bij gebrek aan specifieke communautaire of nationale voorschriften, bij de toetsing van een product rekening dient te worden gehouden met de niet-verplichte nationale normen waarin een Europese norm, indien deze bestaat, is omgezet. De richtlijn bepaalt voorts dat de lidstaten verplicht zijn de producten te controleren en passend op te treden tegen producten die niet veilig zijn.

Momenteel wordt gewerkt aan nieuwe Europese normen voor uitrusting van speeltuinen. Niet-verplichte normen houden voor de consument geen wettelijk afdwingbare garantie in. Bij de toetsing van de veiligheid van uitrusting in het kader van Richtlijn 92/59/EEG dient wel rekening te worden gehouden met de Europese normen voor de betrokken uitrusting.

Vooral een stringenter markttoezicht door de nationale overheden is van belang om de consumentenveiligheid bij deze uitrusting te garanderen. In dit geval moet het toezicht ook betrekking hebben op uitrustingen die reeds in gebruik zijn. Het Actieprogramma voor de interne markt(2) van 4 juni 1997 en het werkdocument van de Commissie over de handhaving van de Europese consumentenwetgeving(3) leggen er de nadruk op dat daadwerkelijke handhaving van belang is en dat daarvoor op het niveau van de lidstaten voldoende menselijke en financiële middelen beschikbaar moeten zijn. Ze kondigen voorts specifieke acties aan om het toezicht doeltreffender te maken. De Commissie overweegt ook de bepalingen van Richtlijn 92/59/EEG met betrekking tot het markttoezicht te versterken in het kader van een voorstel voor de herziening van de Richtlijn, die voor 1999 is gepland.

(1) PB L 228 van 11.8.1992.

(2) CSE(97)1 def.

(3) SEC(98) 527 def.