SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3449/98 van Amedeo AMADEO aan de Commissie. Europese textielindustrie
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3449/98 van Amedeo AMADEO aan de Commissie. Europese textielindustrie
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3449/98
van Amedeo Amadeo (NI) aan de Commissie
(24 november 1998)
Betreft: Europese textielindustrie
Is het niet wenselijk om, in het licht van de Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's: Actieplan voor het concurrentievermogen van de Europese textiel- en kledingindustrie (COM(79) 454 def.), voor het actieplan aanzienlijke middelen uit te trekken (proefprojecten, vergelijkende analyses) om de samenwerking tussen de bedrijven te bevorderen? Hierbij zou kunnen worden gedacht aan gezamenlijke reclame-initiatieven ten opzichte van derde landen, creaties door elektronische gegevensuitwisseling, systemen die een snelle reactie mogelijk maken, waarbij het midden- en kleinbedrijf, de ambachtelijke textielindustrie, de toeleveranciers en de gespecialiseerde distributie betrokken zijn, de versterking van het JEV-instrument ten behoeve van de bedrijven en ten slotte het in netwerken samenvoegen van instellingen voor gespecialiseerde opleidingen samen met de ondernemers?
Gecombineerd Antwoord
van de heer Bangemann namens de Commissie op de schritftelijke vragen E-3421/98, E-3447/98, E-3448/98 en E-3449/98
(13 januari 1999)
De strategie die uiteen wordt gezet in de mededeling van de Commissie over een actieplan voor het concurrentievermogen van de Europese textiel- en kledingindustrie vormt onderdeel van de horizontale component van het industriebeleid. In dit verband legt de Commissie momenteel de laatste hand aan een situatieoverzicht met als voornaamste doel de vaststelling van precieze maatregelen waarmee initiatieven van marktdeelnemers in de sector textiel en kleding kunnen worden ondersteund en waarmee een beter gebruik van de door structuurfondsen, onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma's ten behoeve van het MKB geboden mogelijkheden kan worden bevorderd.
Het door de Commissie voorgestelde toekomstige kaderprogramma voor O& O is voor een groot deel gewijd aan de ondersteuning van innoverende maatregelen, dankzij met name de onderzoeksinspanningen betreffende nieuwe werkmethoden, elektronische handel en het gebruik van multimedia-instrumenten (34 % van de middelen). Met de kernactiviteit "producten, procédés en innoverende industriële organisaties" is zo'n 4 % van de begroting voor het kaderprogramma gemoeid. Anderzijds heeft de Commissie verklaard dat 10 % van deze begroting naar het MKB zou gaan. In het kader van het actieprogramma heeft de Commissie, in samenwerking met de betrokken marktdeelnemers, een reeks projecten aangewezen die uit de begroting voor het komende kaderprogramma kunnen worden bekostigd.
De Commissie heeft alle aandacht voor de economische ontwikkelingen in Zuidoost-Azië. Deze markt werd door de sector als veelbelovend gezien voor textiel- en kledingproducten, hetgeen moge blijken uit het feit dat onze externe handel in textiel en kleding zich meer en meer op deze markt richt. Volgens analyses van de Commissie zal de Aziatische crisis gevolgen hebben voor de externe handel in deze producten, vooral wat het top- en middensegment van de markt voor deze producten betreft. Gezien de budgettaire beperkingen denkt de Commissie geen studie aan deze problematiek te kunnen wijden; wel blijft zij de ontwikkelingen in deze sector op de voet volgen.
Dankzij het door de Commissie voorgestelde actieplan zijn er enkele prioritaire actieterreinen naar voren gekomen waarop de maatregelen van de betrokken partijen in de sector, namelijk bedrijven, beroepsverenigingen, vakbonden, alsmede de nationale en communautaire overheden, zich zouden moeten toespitsen. In het kader van de met de sociale partners in de sector op gang gebrachte dialoog heeft de Commissie kunnen concluderen dat de overwogen initiatieven in aanmerking zullen komen voor financiële steun in het kader van de bestaande programma's en financieringsinstrumenten, met inbegrip van door de Europese Raad van Luxemburg in november 1997 ontplooide initiatieven.