Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3498/98 van Bernd LANGE aan de Commissie. Duitse campagne ter bevordering van de afzet van bloemen

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3498/98 van Bernd LANGE aan de Commissie. Duitse campagne ter bevordering van de afzet van bloemen

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3498/98

van Bernd Lange (PSE) aan de Commissie

(25 november 1998)

Betreft: Duitse campagne ter bevordering van de afzet van bloemen

Krachtens verordening nr. 2275/96 van 22 november 1996(1) financiert de Europese Unie maatregelen in de sector levende planten en goederen van de bloemenhandel. Met de daarvoor ter beschikking staande financiële middelen wordt ook de Duitse campagne "Bloemen - de mooiste taal ter wereld" gesteund.

1. Hoe wordt gewaarborgd dat de middelen worden gebruikt voor de verhoging van de afzet van Europese bloemen en aldus uit milieubeleidsoverwegingen onnodig vervoer wordt verhinderd en regionale arbeidsplaatsen sociaal veilig worden gesteld,

2. Welke de criteria zijn voor de inhoud van concurrentiemaatregelen in dit verband en of het bijgevoegde informatieblad aan deze criteria voldoet?

Antwoord van de heer Fischler namens de Commissie

(7 januari 1999)

1. De Commissie deelt het geachte parlementslid mede dat met de communautaire bevorderingscampagne in deze sector wordt beoogd, de afzet van Europese bloemen en levende planten te vergroten.

2. Overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EG) 803/98 houdende bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) 2275/96 van de Raad tot instelling van specifieke maatregelen voor de sector levende planten en producten van de bloementeelt voor 1998(2), "wordt de lijst van de in aanmerking genomen acties vastgesteld op grond van met name de coherentie van de uiteengezette strategieën, de kwaliteit van de voorgestelde acties en het te verwachten effect van de uitvoering ervan, alsmede de uitvoeringscapaciteit van de organisaties en de garanties op het stuk van doeltreffendheid en representativiteit van de organisaties". De lidstaten geven de voorkeur aan acties die op het grondgebied van verscheidene lidstaten worden uitgevoerd.

Met betrekking tot het tweede gedeelte van de tweede vraag zal de Commissie het geachte parlementslid haar antwoord rechtstreeks toezenden, aangezien zij het door hem genoemde informatieblad nog maar pas heeft ontvangen.

(1) PB L 308 van 29.11.1996, blz. 7.

(2) PB L 115 van 17.4.1998.